Dolf Heikoop: 'We zijn bewust gestopt met kaas maken'

Melkveehouders Dolf (25) en Margreet Heikoop (26) hebben dit jaar het bedrijf van haar ouders overgenomen. Ze zijn bewust gestopt met het maken van kaas en lokale verkoop. 'Daardoor kunnen we ons nu helemaal richten op de zorg voor de koeien en beheer van het land.'

Dolf+Heikoop%3A+%27We+zijn+bewust+gestopt+met+kaas+maken%27
© Pim Mul

Veel Hollandser kun je het niet krijgen: slootje, hekje, weilanden met koeien en prachtige wolkenluchten. In het Zuid-Hollandse Stolwijk bij de familie Heikoop is dat het uitzicht. Het is een regio waar grote melkveebedrijven zijn te vinden, maar zeker ook veel kleinere bedrijven.

Het bedrijf van Dolf en Margreet Heikoop is zo'n bedrijf. Met 65 koeien zit het melkveebedrijf een stuk onder het gemiddelde van Nederland. 'Maar wij kunnen er goed van rondkomen', zegt Dolf Heikoop. Het bedrijf is wel met een kleine groei bezig, van zestig naar zo'n zeventig koeien. Daar werden wat fosfaatrechten voor aangekocht.


Biologisch en lagekostenbedrijf

Heikoop: 'Groot worden of groeien is voor ons geen doel op zich. Een gezonde bedrijfsvoering is van belang. Wij zijn biologisch en een lagekostenbedrijf. Dat past goed bij elkaar. We voeren alleen gras met wat brok. We hebben blijvend grasland en we doen al het grondwerk in eigen beheer. Natuurlijk ben ik geïnteresseerd in grond als een melkveehouder in de buurt stopt. We kijken zeker om ons heen. Maar het moet passen in de beweging die wij als bedrijf maken.'

Groeien is voor ons geen doel op zich; een gezonde bedrijfsvoering is van belang

Dolf Heikoop, biologisch melkveehouder in Stolwijk

De melkveehouder heeft voor zijn bedrijf een paar belangrijke principes. 'Wij zijn biologisch. Dat betekent dat ik de koeien wil voeren met alleen voer van eigen land. Dat is het geval. Wij houden zelfs wat voer over dat wij kunnen verkopen. Daarnaast hebben we mestplaatsingsruimte over. Ik koop mest van een veehouder in de buurt. Die is niet biologisch. Maar ik vind het belangrijker dat de mest uit de buurt komt dan dat deze biologisch is. Als je er meer dan een uur voor moet rijden, vind ik het ingaan tegen de biologische principes.'


Ouders

Heikoop is van huis uit gewend aan een biologische bedrijfsvoering. Zijn ouders hebben een biologisch melkveebedrijf in Nieuwland, net ten noorden van Gorinchem. Zijn vrouw Margreet en hij besloten om door te gaan met het bedrijf van haar ouders. Enkele jaren zaten ze in een gezamenlijke maatschap. Sinds dit jaar runnen Margreet en Dolf Heikoop het bedrijf samen in een vof.


De boerderij staat aan het water.
De boerderij staat aan het water. © Pim Mul

Hoewel het bedrijf in grote lijnen op dezelfde manier doorgaat, namen Dolf en Margreet Heikoop een belangrijk besluit. Ze zijn gestopt met de kaasmakerij en lokale verkoop van kaas. De ouders van Margreet hebben dat enkele tientallen jaren gedaan en waren er succesvol in. Zo wonnen ze in 2012 zelfs de Cum Laude Award voor beste boerenkaas.


Levenswerk

Om dan te stoppen met kaas maken en lokale verkoop is best een beslissing. Heikoop: 'Natuurlijk vonden mijn schoonouders het jammer. Het is toch een stuk levenswerk. Maar ze begrijpen het wel. Wij moeten immers door met het bedrijf. Een belangrijke reden voor ons is dat ons hart niet ligt bij het kaas maken en de verkoop aan huis. Ik kan het goed beoordelen, want mijn ouders hebben ook een boerderijwinkel. Het is niet iets wat je er even bij doet. Als je het doet, dan moet je het goed doen.'

In de optiek van de ondernemer is het beter om dan te kiezen. 'Ik wil bijvoorbeeld maaien op het beste moment van de dag, net na het middaguur, als het gras veel suiker bevat. Als je dan klanten moet bedienen, is de kans groot dat je concessies moet doen op de kwaliteit van het gras. Ook de verzorging van de koeien wil ik met aandacht doen. Dat kost tijd.'


Verschillende doelgroepen

Financieel is zelf kaas produceren en lokale verkoop volgens de melkveehouder ook niet altijd rozengeur en maneschijn. 'De laatste tijd namen de kosten toe en de opbrengsten niet in dezelfde mate. In Stolwijk wordt veel kaas gemaakt. Hoe uniek is je product dan nog? Onze kaas was zowel biologisch als lokaal. Consumenten willen best iets meer betalen voor een lokaal geproduceerd product. Ook voor biologisch betalen ze best iets meer. Maar én lokaal én biologisch is toch net iets te gortig. Het zijn ook verschillende doelgroepen.'

De kaasmakerij was bovendien toe aan een investering in nieuwe materialen en apparatuur. Heikoop: 'Daardoor was het voor ons een natuurlijk moment om de afweging te maken.' Hij denkt dat er weleens te optimistisch wordt gedacht over het beginnen van een neventak bij een melkveebedrijf of lokale verkoop. 'Er komt veel bij kijken. Je moet het goed organiseren, maar het gaat vaak ook ten koste van iets anders op het bedrijf', vindt hij.


Kwaliteiten

'Soms krijg je de indruk in het maatschappelijk debat dat iedereen het zou moeten doen', ziet de melkveehouder. 'Alsof lokaal de enige toekomst van de landbouw is. Daar wordt veel te makkelijk over gesproken. Voor het runnen van een winkel heb je toch echt bepaalde kwaliteiten nodig. Ik weet van mijzelf dat ik kwaliteiten heb, maar die liggen op een ander vlak. Bij de koeien, mechanisatie en ik ben best handig. Ik bouw graag zelf.'

Zo realiseerde Heikoop een nieuwe loods en de melkveestal zelf en verbouwde hij de jongveestal. 'Dat scheelt toch in de kosten en je kunt zelf uitdenken hoe je het wilt hebben.'


Weiden

Op het bedrijf van de familie Heikoop wordt al het gras in balen geperst. De ondernemers hebben 63 hectare land in beheer, waarvan 31 hectare als huiskavel in eigendom van het bedrijf is. Het persen van de balen doet Heikoop zelf. 'Het weiden staat centraal op ons bedrijf. Het maaien doe ik steeds in kleine stukken. Het gebruik van de balen vind ik op ons bedrijf heel praktisch. We zitten op veen, dus het duurt iets langer voor de koeien naar buiten kunnen. Vanaf half april tot eind november hebben wij de koeien buiten.'

In de winter zet de melkveehouder eens per week ongeveer de balen klaar bij de stal, van de verschillende sneden wat balen, zodat de koeien gedurende de wintermaanden een gelijkmatig rantsoen krijgen.


Verschillende rassen

Waar lage kosten een belangrijke pijler zijn onder het bedrijf van de familie Heikoop, is maximale productie dat niet. Het bedrijf zit op een productie van ongeveer 6.200 kilo melk per koe per jaar. Het koppel bestaat uit een bont gezelschap aan koeien. Flekvieh, MRIJ, Blaarkop, Fries-Hollands, Holstein en kruisingen daarvan zitten ertussen.

Heikoop: 'Wij hebben een aantal jaren ingezet op Blaarkoppen, maar daar ben ik toch weer van afgestapt. Ze geven toch wat te weinig melk en vlees en we hadden er te vaak uierproblemen mee. Over Flekvieh ben ik zeer te spreken. Dat zijn krachtige dieren waar je niet vaak wat mee hebt en die bovendien een goede levensduur hebben. Maar bij ons geven de verschillende rassen toch hun verschillende sterke eigenschappen mee. Holstein voor een hogere melkgift en MRIJ en Flekvieh zijn krachtige dieren.'

Levensduur vindt de melkveehouder belangrijk en passen bij zijn biologische bedrijfsvoering. 'Als een koe lang meegaat, dat vind ik dat duurzaam. Daar zetten wij echt op in. Nu zitten we gemiddeld op een gemiddelde leeftijd van zes jaar en één maand en een afvoerleeftijd van zeven jaar en drie maanden. Ik wil dat naar acht jaar toebrengen. Dat is een doelstelling.'


Uiergezondheid

Bij de koeien van de familie Heikoop is uiergezondheid een aandachtspunt. 'Dat heb je toch eerder bij de dubbeldoelkoeien. Mede om die reden vind ik individuele aandacht voor mijn koeien belangrijk, zodat ik bijtijds in de gaten heb als er iets aan de hand is', zegt de Stolwijker.


Dolf Heikoop vindt individuele aandacht voor koeien belangrijk.
Dolf Heikoop vindt individuele aandacht voor koeien belangrijk. © Pim Mul

'Wij hebben er vorig jaar bewust voor gekozen om weer een 8 stands tandemmelkstal aan te schaffen van DeLaval. De verkoper moest de informatie daarover even opzoeken, want die wordt niet zo vaak meer aangeschaft. Ik vind het prettig melken. De koeien komen een voor een binnen. Zo heb ik aandacht voor iedere koe apart', legt de melkveehouder uit.

Een biologische bedrijfsvoering past Heikoop goed. 'Ik ben geen geitenwollensokkentype. Het spreekt mij aan om met de natuur samen te werken. We hebben ook wat natuurgrond in beheer, die we van natuurorganisaties pachten en plasdras. Voor het eerst zijn hier weer nesten te vinden van de kievit, grutto, tureluur en slobeend. Maar dat hoeft van mij niet meer te worden. We zijn biologisch, maar de grond is in eerste instantie productiegrond.'


Dolf Heikoop, biologisch melkveehouder in Stolwijk
Dolf Heikoop, biologisch melkveehouder in Stolwijk © Pim Mul


Bedrijfsgegevens

Dolf (25) en Margreet (26) Heikoop hebben een biologisch melkveebedrijf in het Zuid-Hollandse Stolwijk. Ze hebben 65 koeien, 30 stuks jongvee, 20 schapen, 63 hectare grond waarvan 31 hectare huiskavel, 3 hectare huurland en 29 hectare natuurland. De gemiddelde melkgift ligt op 6.300 kilo melk met 4,34 procent vet en 3,49 procent eiwit. De melk wordt geleverd aan EKO Holland. Het rantsoen bestaat volledig uit gras met wat brok.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    10° / 3°
    50 %
  • Donderdag
    10° / 3°
    20 %
  • Vrijdag
    11° / 4°
    70 %
Meer weer