Ruim helft nertsenhouders ontbeert opties

Het beroepsverbod is anderhalf jaar van kracht en het gros van de nertsenhouders heeft nog geen alternatief voor het nertsenbedrijf dat ze hadden. 'In de primaire sector zijn de mogelijkheden daarvoor, enkele specifieke situaties daargelaten, uiterst beperkt, zo niet onmogelijk', zegt Verhagen. Hij doelt onder andere op een alternatief verdienmodel, de benodigde vergunningen en productierechten.

Het steekt dan ook dat in de discussie over het stikstofbeleid in politiek Den Haag zo gemakkelijk wordt geschermd met de opmerking dat er voldoende alternatieven zijn. 'Dat perspectief is er in de primaire sector niet. Wat nu gebeurt in onze sector, is illustratief voor wat andere veehouders te wachten staat, wanneer zij meedoen aan saneringsregelingen', zegt Martijn Pijnenburg, tot 1 januari van dit jaar voorzitter van LTO-vakgroep Pelsdierhouderij.

Recreatieve herbestemming

Op zijn bedrijf is de inventaris al uit de stallen, maar de gebouwen staan er nog. Geld verdient Pijnenburg onder andere met het rijden van toiletunits naar festivals. Hij voert gesprekken met zijn gemeente over een recreatieve herbestemming van de locatie.

Wat Pijnenburg vooral zorgen baart, is de omgevingsvergunning van het bedrijf. De geldigheid daarvan – drie jaar – is voor de helft om. Komen zijn plannen voor het verlopen van de omgevingsvergunning niet van de grond, dan moet hij opnieuw vergunningen aanvragen en duurt het hele traject nog langer.

Maatwerk

Verhagen noemt die zorg terecht. 'Dit gaat nog jaren duren.' Een alternatieve invulling van een agrarisch bedrijf in het buitengebied is maatwerk tussen ondernemer en gemeente. Zolang er niets is geregeld, sloopt een nertsenhouder zijn bedrijfsgebouwen niet. 'Wordt er gesloopt en komt er niets nieuws voor in de plaats, dan heb je landbouwgrond. Dat is pure kapitaalvernietiging.'

Wat nertsenhouders nodig hebben, maar ook ondernemers die gaan meedoen aan de saneringsregeling, is duidelijkheid. Het Rijk en lagere overheden verschuilen zich voortdurend achter elkaar als het op regelgeving aankomt, stelt Pijnenburg vast. 'De overheid moet proactiever duidelijkheid geven over wat wel kan en niet kan in het agrarisch buitengebied', vult Verhagen aan.

De 140 Nederlandse nertsenhouders hielden op 180 locaties edelpelsdieren. Emigreren naar het buitenland is en was ook geen optie. Corona hield kaalslag onder Deense nertsenhouders. Bovendien gaan steeds meer landen in Europa over tot een beroepsverbod.