Project maakt boomkwekers bewust van Q-organismen

Daarnaast is het de bedoeling om vanuit het project de sector te motiveren om de introductie en verspreiding van Q-organismen te voorkomen. Initiatiefnemers voor het project zijn de boomteeltregio's Tree Centre Opheusden, Treeport Zundert, Greenport Boskoop, studieclub Horst aan de Maas en studieclub Midden-Brabant en verder LTO-vakgroep Bomen, Vaste planten en Zomerbloemen, handelsorganisatie Anthos, Naktuinbouw en onderzoekers van Wageningen University & Research.

Anneke Bergsma begeleidt het project als consultant. Zij gaf donderdag een toelichting tijdens de Relatiedag van LTO-vakgroep Bomen, Vaste planten en Zomerbloemen. Die werd gehouden vlak bij het Floriadeterrein in Almere. Bergsma peilde onder meer alvast de kennis onder de aanwezige boomkwekers van Q-organismen. Zij werd daarin niet teleurgesteld.

Risico's ongekend groot

'Motto van het project is: Handel nu, voorkom Q', meldt Bergsma. 'De impact van een Q-organisme kan groot zijn. Het kan ervoor zorgen dat teeltregio's voor lange tijd op slot gaan met alle gevolgen die daarbij horen. Het betekent voor kwekers geen inkomsten en voor Q-organismen geldt ook dat er geen tegemoetkoming is vanuit een rampenfonds. De risico's voor de boomteeltsector zijn dus ongekend groot.'

Bergsma legt uit dat het project voorlopig focust op vier schadelijke Q-organismen die een grote bedreiging vormen voor de Nederlandse boomkwekerijsector. Dat zijn de Japanse kever, de Aziatische boktor, de Oost-Aziatische boktor en de essenprachtkever. Volgens Bergsma zijn deze organismen minstens zo gevaarlijk als xylella, maar veel minder bekend.

Voorbereid zijn

'Wij gaan vanuit het project kwekers en ondernemers in en om de sector en het onderwijs voorzien van relevante en praktische informatie. Het gaat er uiteindelijk om dat de sector goed voorbereid is en snel een Q-organisme kan herkennen en de juiste maatregelen kan nemen om de schade binnen de perken te houden.'

De initiatiefnemers van het project stellen dat door het open grensverkeer van plantmateriaal en gewassen in de Europese Unie de kans toeneemt dat nieuwe ziekten en plagen in Nederland komen. Schadelijke organismen komen vaak ongewild mee met de handel en transport. Vanwege de klimaatveranderingen gedijen veel van deze organismen, die vaak afkomstig zijn uit Zuid-Europa, nu ook beter onder Nederlandse klimaatomstandigheden.