Geitenhouders in Abcoude en Mastenbroek krijgen de ruimte

In de zaak Abcoude weigerde het gemeentebestuur van De Ronde Venen een uitbreiding van een geitenhouderij mogelijk te maken. Dat gebeurde op grond van het voorzorgsbeginsel vanwege twijfels over de volksgezondheid in de buurt van geitenhouderijen.

De Utrechtse rechtbank vond de weigering van het gemeentebestuur redelijk. Voor een weigering op grond van het voorzorgsbeginsel is het volgens de rechtbank niet nodig dat er een oorzakelijk verband is tussen longontsteking en een geitenhouderij in de buurt. Een minder hard verband, zoals inmiddels wel is vastgesteld door het Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), is volgens de rechtbank dus al voldoende om een uitbreiding te weigeren.

Oordeel teruggedraaid

De Raad van State (RvS) heeft het oordeel in deze zaak teruggedraaid. De gemeente gaf als reden voor de weigering de geitenstop die vanaf juli 2018 in de provincie Utrecht geldt. En die geitenstop is weer gebaseerd op het RIVM-onderzoek. Maar volgens de raad is in dit geval voor de weigering meer onderzoek nodig.

Alleen verwijzen naar het voorzorgsbeginsel is niet genoeg. Het RIVM-onderzoek is volgens de RvS ook onvoldoende. 'Alleen belangen waarover voldoende duidelijkheid en zekerheid bestaat, kunnen in dit verband een rol spelen', stelt de raad. De gemeente De Ronde Venen zal met een beter verhaal moeten komen om de uitbreiding te blokkeren.

Bij de geitenhouderij aan de Oude Wetering in Mastenbroek vond de gemeente Zwartewaterland een uitgebreid natuuronderzoek niet nodig. Volgens de gemeente kon een vergunning voor de omvorming van de veehouderij naar een geitenhouderij worden verleend, omdat dit geen grote nadelige milieugevolgen heeft.

De RvS is het daarmee eens. Het RIVM-onderzoek toont volgens de raad niet aan dat een uitbreiding van een geitenhouderij ontoelaatbaar is. Daarvoor levert dat onderzoek te weinig bewijs. De vergunning werd aangevochten door de eigenaar van een zorgboerderij in de omgeving. Hij vreest een aantasting van de gezondheid van zijn medewerkers. Maar daar denkt de raad dus anders over.

De rechtbank Overijssel vernietigde de vergunning eerder, omdat er een geitenstop in de provincie gold toen de gemeente de bezwaren van de zorgboerderij verwierp. Maar volgens de raad gold die geitenstop nog niet op het moment van de aanvraag van de vergunning. Die datum is volgens de RvS bepalend. En dus is de vergunning terecht verleend.

De geitenhouderij is intussen al omgevormd. Niet zonder risico, omdat daar nog een rechtszaak over liep. Maar dankzij het oordeel van de raad kan het bedrijf nu gewoon verder.