Appeltje-Eitje is klaar voor franchise-uitrol

De dame op leeftijd komt de Arnhemse vestiging van Appeltje-Eitje binnen en zoekt op de bestelzuil de producten uit die ze wil hebben. Ze rekent af en haalt haar bestelling uit de open wandkluisjes. In amper een minuut staat ze weer buiten, met verse eieren en sap.

Dat is exact zoals Gertjan van Dam en Sven Wiggelo het graag zien. 'De klant is soms maar 30 seconden binnen', aldus Van Dam. De twee bevriende boeren uit Dodewaard en Opheusden hebben hun zelfbedachte concept de afgelopen jaren steeds verder verbeterd tot wat er nu staat. Appeltje-Eitje telt nu zes winkels, allemaal in een straal van 30 kilometer rondom Dodewaard.

Elkaars producten verkopen

De historie van Appeltje-Eitje begint in 2008. Het pluimveebedrijf van Gertjan van Dam had als een van de eerste agrarische bedrijven in Nederland een boerderijautomaat. In 2015 begon Wiggelo op zijn bedrijf De Fruitmuur. 'Uiteindelijk zijn we elkaars producten gaan verkopen', zegt Wiggelo. Samen kwamen ze vervolgens op het idee om een stap verder te gaan om hun producten aan de man te brengen. 'Leuk dat mensen bij ons op het bedrijf komen, maar waarom gaan we niet naar hen toe, dachten we.'

Zonder retailervaring sprongen Van Dam en Wiggelo in het diepe. 'De vraag was hoe we het zouden aanpakken. Kies je voor een standaard automaat, een winkel met personeel of iets anders? Toen kwamen we op het idee voor een op afstand te bedienen automaat.'

Schaven en perfectioneren

De eerste opende In 2018, in Beuningen. Sindsdien is er geschaafd aan het perfectioneren van het systeem. Wiggelo: 'De automaten zoals we nu ze hebben, bestonden gewoon niet.' Het zijn dan ook geen traditionele verkoopautomaten. Van Dam en Wiggelo hebben tegenwoordig real time inzicht in de verkoopcijfers, geautomatiseerde verkoopprognoses, kunnen de winkels op afstand openen en sluiten en kunnen met camera's meekijken op de winkelvloer.

Het runnen van de winkels gebeurt daardoor grotendeels tijdens de eigen werkzaamheden op de boerderij. Zo plant Wiggelo de bevoorrading in alle vroegte, voordat hij begint met melken.

Naast supermarkt

De afgelopen jaren deed het duo veel inzichten op. Zo bleek dat alleen veel traffic bij de winkellocaties niet genoeg is. 'We moeten boodschappend publiek hebben, dus bij voorkeur zitten we naast een Albert Heijn (zoals in Arnhem, red.) of een Jumbo.'

Puntje van zorg is het gebrek aan contact met klanten. Hoewel, niet bij de ondernemers zelf. 'Als er iets is, kunnen klanten vanuit de winkels een nummer bellen. Dan krijgen ze Sven of mij te pakken. Dat levert soms leuke gesprekken op, aangezien wij ook op foto's in de winkel zichtbaar zijn', zegt Van Dam.

Zoektocht locaties

Het ontbreken van personeel bemoeilijkt wel de zoektocht naar locaties. 'We zijn niet de enige die naast een supermarkt willen zitten. Soms is men wat bang voor het concept, past het niet bij de levendigheid die ze zoeken.'
Op eigen kracht zien de boeren nog ruimte voor 20 tot 25 winkels. 'Als het systeem maar betrouwbaar is, kan het', aldus Wiggelo.

Daarnaast lopen de eerste gesprekken om het concept in franchise aan te bieden. Van Dam: 'Het is niet meer lokaal te noemen als wij in bijvoorbeeld Groningen onze eigen producten verkopen. Hoe gaaf is het als we meer boeren de mogelijkheid bieden om hun producten te verkopen? We hebben een behoorlijk bewezen concept. Er ligt een solide basis waarvan andere ondernemers kunnen profiteren.'

Heft in eigen hand

Het duo ziet dat veel boeren bang zijn voor het onbekende, niet durven af te wijken van wat ze gewend zijn te doen. Ze stellen dat je juist in deze moeilijke tijden het heft in eigen handen moet nemen. 'Kom van het erf af, steek je kop boven het maaiveld uit. Voor ons was het ook een sprong in het diepe, maar nu is het rendabel concept.'