Rechter wijst claim boeren Bel Leerdammer af

Met deze uitspraak haalt het gerechtshof een streep door een eerder vonnis van de rechtbank in Dordrecht. Deze oordeelde destijds dat leveranciers van Bel Leerdammer in de periode 2010 tot 2015 op basis van de toen geldende melkprijspolitiek er wel van mochten uitgaan dat het ledengeld als component van de uit te betalen melkprijs gold. Dit op basis van dezelfde feiten en omstandigheden.

Bel Leerdammer ging echter tegen deze uitspraak in hoger beroep en kreeg daarin deze week gelijk. De uitspraak van het gerechtshof is voor de melkveehouders teleurstellend. Het collectief bestaat volgens hun advocaat Dinant te Biesebeek uit ruim 475 ontevreden leveranciers. Hun vordering ter zake van achterstallig melkgeld was becijferd op meer dan 50 miljoen euro, een bedrag dat elk jaar wordt geplust met een rentevergoeding van 8 procent.

De uitspraak is niet alleen teleurstellend, maar volgens Te Biesebeek ook onbegrijpelijk. 'De rechtbank had de feitelijke omstandigheden op een correcte wijze gewogen en zulks aan de hand van een juiste maatstaf. Omstandigheden op basis waarvan tot geen andere conclusie kon worden gekomen dan dat het ledengeld bij de berekening en uitbetaling van het melkgeld diende te worden meegenomen. Bel Leerdammer had dat bij de vaststelling van haar melkprijs nu juist buiten beschouwing gelaten. Het gerechtshof kent geen of onvoldoende gewicht toe aan deze omstandigheden.'

Tegenstrijdig

Daarnaast is de uitspraak van het hof en de gegeven motivering volgens de advocaat innerlijk tegenstrijdig. 'Het gerechtshof overweegt eerst dat de melkprijs van Bel Leerdammer wordt bepaald door het gewogen gemiddelde van de melkprijzen van vier referentiebedrijven.'

Vervolgens stelt het hof dat drie van deze bedrijven coöperaties zijn: Friesland Campina, Cono en DOC. Deze betalen als onderdeel van hun melkprijs ledengeld aan hun leden, stelt Te Biesebeek. 'Desalniettemin worden de vorderingen van de melkveehouders afgewezen. De melkveehouders dienden naar het oordeel van het hof te begrijpen dat het ledengeld geen deel uitmaakt van de melkprijs van Bel Leerdammer.'

In cassatie

Te Biesebeek vindt nog meer beweringen van het gerechtshof onvoldoende gemotiveerd en overweegt daarom in cassatie te gaan bij de Hoge Raad, het hoogste rechtscollege in Nederland. Eest gaat hij advies inwinnen bij een in cassatiezaken gespecialiseerde advocaat. Bij een positief advies zal cassatieberoep worden ingesteld.