Project 'Groen op zaad' zoekt betrouwbare alternatieven
Na de verboden op neonicotinoïden en thiram als zaadontsmetting willen de zaadbedrijven een goede opkomst en begingroei van hun producten blijven garanderen. Vertify onderzoekt de alternatieven van chemische behandeling in het project 'Groen op zaad'. Achttien bedrijven en organisaties slaan de handen ineen voor dit project.
Minder afhankelijk zijn van chemie en een weerbaarder teelt. Dat wil de overheid bereiken met het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030. In het project 'Groen op zaad' zetten achttien bedrijven met financiële ondersteuning van de overheid via het topsectorenbeleid samen de schouders onder vergroening van de zaadbehandeling.
Gea Bouwman van de vereniging van bedrijven in het uitgangsmateriaal Plantum: 'Het moet bijna vrij van emissies en residuen worden. Veel oude zaadbehandelingsmiddelen komen niet door de Europese herregistratie heen, met als voorbeeld neonicotinoïden. Bedrijven met zaden en uitgangsmateriaal en plantenkwekers willen vooral grondgebonden ziekten en insecten beheersbaar houden.'
Thiram
Directeur Johan Kos van onderzoeksbedrijf Vertify, voorheen Proeftuin Zwaagdijk, noemt als duidelijk voorbeeld het verbod op het fungicide thiram als zaadontsmetting.
De zaadfirma's willen hun producten kunnen beschermen tegen grondgebonden ziekten
'Dat was jaren de standaard in zaadontsmetting. Ondertussen willen de zaadfirma's wel hun producten kunnen beschermen tegen grondgebonden ziekten. De kosten voor de ontwikkeling en toelating van alternatieven zijn hoog, terwijl er op korte termijn nieuwe gewasbeschermingsmiddelen nodig zijn.'
Publiek-private samenwerking
Het ontwikkelen van nieuwe gewasbeschermingsmethoden en -middelen is voor individuele spelers op de zaadmarkt moeilijk. Daarom is Vertify aan de slag gegaan voor een publiek-private samenwerking van achttien partners.
Kos: 'Daarbij zitten naast Vertify en Plantum zaadbedrijven uit de groentesector, landbouwzaden, plantenkwekers, een telersorganisatie, zaadtechnologiebedrijven en de vereniging voor biologische middelen en biostimulanten Artemis. Een mooi breed samenwerkingsverband om mee van start te gaan.'
Drietrapsraket
Kos omschrijft het project 'Groen op zaad' als een drietrapsraket. Het wordt een inventarisatie van wat er mogelijk is, gevolgd door de ontwikkeling van goede standaardtoetsen voor groene zaadbehandelingen en daarna het eventueel ontwikkelen van specifieke coatings of toedieningstechnieken. 'Het zou weleens kunnen dat we het op een andere manier bij het zaadje moeten brengen, bijvoorbeeld ernaast leggen of erop spuiten bij zaai in de bodem.'
Bouwman kan zich voorstellen dat de oplossingen van 'Groen op zaad' een minder absolute werking hebben dan chemische toepassingen. 'We zien dat ook al bij biologische middelen voor andere toepassingen dan op zaad. Soms lijkt het of ze niet helemaal doen wat ze beloven', zegt de beleidsmedewerker.
Standaard toetsmethode
'Het is dus belangrijk een goede standaard toetsmethode te hebben om de werking te bepalen, en het middel op de juiste manier toe te passen. Daarnaast zullen de groene oplossingen vaak minder effectief zijn en moet je dus diverse oplossingen combineren.'
Lynn Tesselaar en Cor Oostingh van Vertify gaan het praktische onderzoek doen. 'Eerst zullen we in de toegelaten middelen kijken, bijvoorbeeld naar wat al in andere toepassingen werkt', zegt Tesselaar.
Shortlist en longlist
In samenwerking met de Middelen Expert Groep, een kleine groep met mensen afkomstig van bedrijven uit het consortium, wordt een shortlist opgesteld. Mogelijk zit er laaghangend fruit tussen, waar op korte termijn succes mee is te boeken. Daarnaast wordt een longlist gemaakt van wereldwijd potentieel interessante 'groene' oplossingen.
Kos zegt nadrukkelijk dat in het onderzoek duidelijk verschil wordt gemaakt tussen de oplossingen uit de hoek van de biostimulanten en uit de hoek van de groene gewasbescherming, waarbij wel beide oplossingsrichtingen worden onderzocht. Die biostimulanten beschermen tegen abiotische stress.
Sterke begingroei
Als voorbeeld noemt de directeur van Vertify toediening van fosfaat. Dankzij een sterke begingroei krijgt de plant een sterke wortel en is mogelijk minder gevoelig voor een schimmel. Biostimulanten werken niet direct tegen ziekten of plagen (biotische stress) en de toelating van deze middelen is eenvoudiger dan die van gewasbeschermingsmiddelen.
Tesselaar legt uit dat in de vergelijking de groene alternatieven naast toegelaten chemische middelen en onbehandelde zaden worden gelegd. Door te werken met besmette grond of zaden is ziektedruk verzekerd en de effectiviteit van verschillende behandelingen te vergelijken.
Kleine kennisvoorsprong
De deelnemers aan het project krijgen voor hun investering een kleine kennisvoorsprong bij het beschikbaar komen van de resultaten. Omdat er ook publiek geld in 'Groen op zaad' zit, kan uiteindelijk de hele sector van de resultaten gebruikmaken.
Het is onmogelijk in vier jaar alle gewassen en alle ziekten en plagen te testen. Eerst wordt gekeken naar de effectiviteit op bodemgebonden schimmels waaronder pythium, rhizoctonia en fusarium in voorbeeldgewassen. De verwachting is dat er zo mogelijkheden zijn om kiemplanten langer te beschermen en de bespuitingen te reduceren.
Zaadbehandeling liever samen dan per bedrijf
Volgens directeur Johan Kos van onderzoeksbedrijf Vertify willen de bedrijven in de zaadbranche samen optrekken in de ontwikkeling van nieuwe zaadbehandelingen. Hij zegt dat de zaadbedrijven zich willen onderscheiden met de genetica van het zaad, niet met de behandeling, dus op dat laatste willen ze wel gezamenlijk onderzoek doen. Daarbij is de zaadbranche voor middelenfabrikanten relatief klein. 'Als zij voor zichzelf een middel moeten ontwikkelen, hoe groot ze ook in hun markt zijn, dan komen de groene middelen voor zaadbehandeling er niet, want je moet toch tot een bepaalde massa komen.' Voor de toekomstige behandeling van zaad kunnen veel producten (deel)oplossingen bieden in het streven naar weerbare teelten. Het kan gaan om groene gewasbeschermingsmiddelen en om biostimulanten. Deze producten zijn misschien al te krijgen ergens in Europa of daarbuiten. Mogelijk hebben andere firma's dan de bekende multinationals op gewasbeschermingsgebied geschikte toepassingen. Soms zullen die bedrijven niet gericht zijn op de markt van zaden. In het project 'Groen op zaad' willen de achttien aangesloten partners inventariseren en testen waar de mogelijkheden zijn en hoe de effectiviteit van dergelijke groene zaadbehandelingen via een standaardtoets is te bepalen. De kleine volumes van zaadbehandelingsmiddelen en de ingewikkelde regelgeving voor toelating maken de ontwikkeling en toelating ervan relatief duur. Volgens Gea Bouwman van Plantum zijn de firma's met biologische middelen en biostimulanten vaak kleine spelers met weinig kennis van en ervaring in de zaadbranche.Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Kuhn GF13003T
Gebruikt, P.O.A.
-
Massey Ferguson 6480 T2 Dyna-6
2007, P.O.A.
-
Valtra Q305 trekker
Gebruikt, P.O.A.
-
John Deere Zitmaaier / tuintrekker X167 (MM) #65694
Gebruikt, € 5.247
Vacatures
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Dinsdag11° / 8°20 %
-
Woensdag10° / 6°10 %
-
Donderdag10° / 7°10 %