Methaanverlagend zeewier als koeienvoer zorgt voor risico's

Andere zeewiersoorten zijn mogelijk wel bruikbare methaanremmers, blijkt uit onderzoek van Wageningen University & Research (WUR). Voeren van het zeewier Asparagopsis taxiformis kan het uitademen van methaan door koeien beperken. Dit zeewier bevat hoge concentraties bromoform. Dat is een stof die de vorming van methaan in de pens van de koe tegengaat.

Volgens onderzoeker Wouter Muizelaar van Wageningen Livestock Research werd de zeewiersoort eerder in verband gebracht met penswandbeschadigingen bij schapen. Dat was reden om de werking van deze zeewiersoort bij koeien nader te bestuderen.

Van twee koeien werd de penswand onderzocht. Die wand bleek, net als bij schapen, afwijkingen en tekenen van ontstekingen te vertonen. Dat maakt Muizelaar bezorgd. 'Bromoform is in pure vorm schadelijk voor de gezondheid. Dat heeft eerder onderzoek al wel aangetoond. Er zijn niet voor niets maxima gesteld aan de hoeveelheid bromoform in drinkwater.'

Melk vernietigd

Voor voedingswaren zijn die maxima er niet. Dat de stof nu ook in de melk terug te vinden is, is volgens hem extra zorgelijk. 'Voedselveiligheid moet natuurlijk altijd boven elke vorm van twijfel verheven zijn.' Dit onderzoek wil overigens niet zeggen dat alle zeewier ongeschikt is als voer voor rundvee, stelt hij.

Volgens Muizelaar bevatten andere zeewiersoorten minder of geen bromoform. Die kunnen mogelijk ook methaan reduceren. 'Deze soorten werken net anders, doordat ze andere methaanverlagende inhoudstoffen bevatten. Dus ik zie zeewier nog steeds wel als veelbelovende optie die we moeten blijven onderzoeken.'