NVWA waarschuwt voor quarantainespintmijt in kerstster

Het gaat om de soort Eotetranychus lewisi, die in het laatste kwartaal van 2020 is aangetroffen op kerststerren bij vijf kwekerijen in Duitsland. Deze planten kwamen van een Nederlands bedrijf.

In opdracht van de NVWA heeft Naktuinbouw eind 2020 bedrijven bezocht waar de kerstster werd beworteld of geteeld die dezelfde herkomst heeft als die op de Duitse bedrijven. De spintmijt is daarbij niet aangetroffen. Wel bleek dat de spintmijt vrijwel zeker voorkomt in uitgangsmateriaal van kerststerren in landen waaruit veel van deze stekken worden geïmporteerd.

Symptomen

'Aangezien het beestje zeer klein is en de symptomen lijken op die van andere spintmijten, heeft de producent een besmetting met deze quarantainesoort vaak niet in de gaten. Het is zelfs mogelijk dat de soort officieel niet bekend is in het land van herkomst, omdat deze erg lastig is te identificeren', aldus de NVWA.

Bovendien is de besmetting moeilijk te ontdekken als de spintmijt in zeer kleine aantallen aanwezig is. Naktuinbouw let daarom extra op de mijt bij inspecties van het uitgangsmateriaal en de eindteelt van kerststerren. Daarnaast voert de NVWA dit jaar een controle uit bij bedrijven die kerststerren telen.

In Europa is Eotetranychus lewisi de enige soort spintmijt die kerststerren aantast. Maar er zijn nog meer waardplanten waar deze mijt op voorkomt. De spintmijt heeft een quarantainestatus in de Europese Unie. Daarom moet een vondst worden gemeld bij de NVWA.