RUG-hoogleraar: 'Inkomen van boer is sleutel tot landbouwtransitie'

De landbouw is de ruggengraat van het platteland. Tegelijkertijd moeten diezelfde regio's steeds meer functies vervullen ten gunste van een duurzame samenleving. Die transitie mag niet alleen op het bordje van de boer komen te liggen, zegt Martijn van der Heide, hoogleraar Natuurinclusieve Plattelandsontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG).

RUG%2Dhoogleraar%3A+%27Inkomen+van+boer+is+sleutel+tot+landbouwtransitie%27
© RUG

Natuurinclusieve plattelandsontwikkeling, wat verstaat u daar eigenlijk onder?

'Dat boeren natuur meer omarmen in hun bedrijfsvoering. Dat ze er gebruik van maken bij het telen van gewassen, bijvoorbeeld door ziekten en plagen te bestrijden met natuurlijke middelen in plaats van met chemie.

Martijn van der Heide, hoogleraar Natuurinclusieve Plattelandsontwikkeling

'Veel maatschappelijke discussies, zoals landschapspijn, zijn een gevolg van een strikte scheiding tussen natuur en landbouw. Het Natuurnetwerk Nederland is donkergroen, daarbuiten kan iedereen min of meer zijn gang gaan. Maar dat model heeft een keerzijde. Buiten het netwerk heeft de natuur het steeds lastiger. Het zal in de toekomst anders moeten. Minder scheiding, meer verweving. Dat proces voltrekt zich nu al.'


Moet de landbouw een stap terug doen in het buitengebied?

'Landbouw is nog steeds en belangrijke drager van het landschap en de boer bepaalt in hoge mate het landgebruik. In Groningen is de sector, net als in veel andere delen in Nederland, de ruggengraat van de regio. Tegelijkertijd vervult het platteland steeds meer functies: de berging van water, opwekking van duurzame energie en recreatie. En er trekken, mede onder invloed van corona, steeds meer burgers naar het platteland. Daar zal de sector rekening mee moeten houden.

'Niet iedere plek in het buitengebied is geschikt voor specialistische landbouw die wil produceren voor de wereldmarkt. De variatie aan bedrijven zal verder toenemen. Dé oplossing bestaat niet.'


Hoe is de biodiversiteit op het platteland?

'Niet goed. Sinds 1990 zijn de dierenpopulaties op het platteland met 40 procent gedaald. Dat verzin ik niet, dat blijkt onder meer uit het Living Planet Report van het Wereld Natuur Fonds. Het aantal boerenlandvogels loopt gestaag terug. De grutto, een icoon van het platteland, heeft het heel moeilijk.'


Hoe komt dat?

'Natuurlijk speelt de agrarische sector hier een rol. Arbeid en grond zijn duur en wil je onder die omstandigheden toch een winstgevend gewas telen, dan zijn schaalvergroting en kostprijsverlaging onvermijdelijk. In zo'n systeem wil je risico's uitbannen. Dat leidt weer tot inzet van onder andere gewasbeschermingsmiddelen, om controle te krijgen over de productie.

'Ik zie de boer in dit alles niet als de kwade genius, hij vormt zich naar het systeem. Wil je naar een natuurinclusief platteland, dan zal iedere schakel een bijdrage moeten leveren. Ook overheid, onderwijs, banken, consumenten en supermarkten.'


Ook het onderwijs?

'Zeker. Binnen het agrarisch onderwijs heeft heel lang het accent gelegen op techniek. Wageningen leidde ingenieurs op. Terwijl de productie van voedsel toch echt een compromis is tussen techniek en natuur. Op een akker heb je omstandigheden niet voor honderd procent in de hand. Natuur en landbouw zijn twee kanten van dezelfde medaille.

'In het onderwijs is er ook altijd veel aandacht geweest voor economie. Terecht. Maar boeren die kiezen voor een biologische bedrijfsvoering doen dat niet alleen uit economische overwegingen. Het gaat vaak ook om maatschappelijke waardering, om intrinsieke motivatie. Aspecten die in het onderwijs nauwelijks aan bod komen.'


Welke rol moet de overheid spelen?

'De overheid moet langetermijnperspectief bieden aan boeren en tuinders. Ondernemers komen niet in beweging als onzekerheden en risico's te groot zijn. En de overheid zal gewenste ontwikkelingen een zetje moeten geven. Bijvoorbeeld door kosten te vergoeden die boeren maken bij omschakeling.'


Moet het beleid anders?

'De overheid heeft in het verleden regel op regel gestapeld. Men wil nu de draai maken naar een beleid waarbij doelen centraal komen te staan en waarbij boeren de vrijheid hebben hoe ze die willen realiseren. Zo'n beleid motiveert veel meer, maar is juridisch wel heel ingewikkeld.

'Kijk, wanneer een discotheek binnen de geluidsnormen moet blijven, installeer je buiten een geluidsmeter. Maar bij natuurontwikkeling heb je met heel veel verschillende indicatoren te maken en dat maakt sturen op doelen buitengewoon lastig.'


Biedt de markt oplossingen?

'Deels. Goed voorbeeld is Weide Weelde, waarbij per pak melk 2 cent wordt geïnvesteerd in natuurontwikkeling. Nederland is weliswaar een exportland, ik ben ervan overtuigd dat er ook in het buitenland een markt is voor duurzaam voedsel uit Nederland. Zeker in een land als Duitsland.

'Tegelijkertijd zijn de mogelijkheden van de markt beperkt. Je kunt bijvoorbeeld niet iedereen laten overschakelen naar biologisch. Dan raakt het evenwicht verstoord en kelderen de prijzen.

'De overheid zal ook met subsidies ontwikkelingen moeten stimuleren. Dat gaat gebeuren. Kijk maar naar het nieuwe GLB en de Green Deal van de Europese Unie.'


Ondertussen blijft schaalvergroting een lonende strategie: hoe groter, hoe hoger de inkomens.

'Je zult dus moeten laten zien dat hoge inkomens ook op andere manieren kunnen worden gegenereerd dan alleen met schaalvergroting. Het inkomen van de boer is de sleutel tot transitie.'


Bent u optimistisch?

'Ja. Er is geen reden voor doemdenken. Wel voor doedenken.'


Onderzoek naar kosten en baten van grondgebruik

Martijn van der Heide werkte eerder bij Wageningen Economic Research en was lector aan Van Hall Larenstein. Sinds 2018 houdt hij zich bij het landbouwministerie bezig met agro-economische vraagstukken. Als bijzonder hoogleraar in Groningen, vooralsnog voor vier uur per week, is Van der Heide in feite opvolger van Dirk Strijker, die medio vorig jaar met pensioen ging. Naast het geven van colleges wil Van der Heide onderzoek gaan doen naar de relatie tussen de kwaliteit van de bodem en het actuele bodemgebruik. ‘In bepaalde delen van Nederland is bijvoorbeeld sprake van verzilting. Dat kun je proberen tegen te gaan, vaak tegen hoge kosten. Maar je kunt ook overschakelen op gewassen die zout tolereren. In veenweidegebieden speelt een soortgelijk vraagstuk over de hoogte van het waterpeil.' Volgens Van der Heide ontbreekt het in discussies over deze vraagstukken aan een maatschappelijke kosten-batenanalyse. 'Dat is een bijzonder interessant onderzoeksterrein.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    17° / 5°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
  • Maandag
    17° / 7°
    20 %
Meer weer