Eurofins: enorme variatie in snijmaiskuilen

De snijmaiskuilen van 2020 laten veel variatie zien. Kuilen die na 1 oktober zijn gemaakt, profiteerden van de laatste regenval en hebben een hoger zetmeelgehalte, meldt Eurofins.

Eurofins%3A+enorme+variatie+in+snijmaiskuilen
© Arie Meijer

Dit zetmeelgehalte varieert van 150 gram tot ruim boven de 400 gram per kilo droge stof. Het gemiddelde komt uit op 360 gram per kilo droge stof. Deze spreiding is voor een deel te verklaren door rasverschillen. Daarnaast kon in delen van het land vroeger worden begonnen met hakselen. De vroeg geoogste mais heeft gemiddeld een lager zetmeelgehalte. De later gehakselde mais heeft nog extra zetmeel gevormd door neerslag in september en begin oktober.

De VEM-voederwaarde bleef bij de kuilen die voor 1 oktober zijn gemaakt hangen op een gemiddelde van 984 eenheden. Bij latere oogstdata steeg dit nog naar 987. Dit is hoger dan het meerjarig gemiddelde van 982.

De bestendigheid van het zetmeel groeit door de jaren. In 2016 was de bestendigheid 27 procent, dit jaar 29 procent. Gecombineerd met een goede VEM-voederwaarde geeft dit een snijmaiskuil die door de koe goed kan worden gebruikt. De kuil geeft voldoende energie zonder te snelle vertering. In rantsoenen die voor minder dan 50 procent uit snijmais bestaan, heeft een hoger bestendig zetmeelgehalte in de mais een positief effect op de melkproductie.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
  • Maandag
    17° / 7°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 9°
    65 %
Meer weer