Agro Transfer Seed presenteert maisrassenlijsten

Agro Transfer Seed is niet helemaal een onbekende in het Nederlandse maisonderzoek. Eind vorige eeuw startte deze organisatie onder leiding van lector Corné Kocks van destijds de Christelijke Agrarische Hogeschool Dronten. Het onderzoek heette toen nog Agro Transfer. Later werd dit onderzoeksprogramma overgenomen onder de vlag van DLV. Nu is dit omarmd door KWS Benelux, Eurocorn en Pioneer.

De technische uitvoering van dit Agro Transfer Seed-onderzoek is in handen van onafhankelijk onderzoeksbureau Staphyt. De maisveredelaars achter dit onderzoek vinden dat de kwaliteit en de neutraliteit van de proefvelden en de verwerking van cijfers hoog in het vaandel moeten staan. Daarbij moet het onderzoek de werkelijke praktische waarde zijn voor de telers in iedere regio waar de proeven ook worden uitgevoerd. Volgens de onderzoekers stopt die regio niet bij de landsgrenzen.

Negen locaties

Het maisrassenonderzoek wordt op negen locaties uitgevoerd. Op deze manier willen de onderzoekers de hele cornbelt van de Benelux meenemen. Er zijn proefvelden in het Drentse Witteveen, het Overijsselse Rheezerveen, het Gelderse Hengelo, het Brabantse Reusel en De Rips en het Limburgse Buggenum. De Belgische velden liggen in Doornik, Lichtervelde en Perwez.

Alle mais wordt geoogst als korrelmais. De rassen zijn ingedeeld in twee vroegheidsklassen: zeer vroeg en middenvroeg-middenlaat. Bij ieder ras worden het vochtpercentage en de korrelopbrengst per regio weergegeven. Alle proefvelden staan onder scherp toezicht en worden geteeld zoals de maisteler dit zelf ook zou doen.

Oogstmoment

Zo worden de proefvelden geoogst op het voor de mais juiste moment. De mais moet oogstrijp zijn. De vroegrijpheid van de mais uit zich in het drogestofgehalte van de korrel. Ook speelt bij het oogstmoment dat de verschillen in landbouwkundige eigenschappen tussen rassen goed zijn te beoordelen.

Volgens Jan Bakker van KWS Benelux is een extra rassenonderzoek noodzakelijk om telers neutrale informatie te kunnen geven over rassen die niet op de rassenlijst staan, maar toch voor de praktijk waardevol kunnen zijn. Ook vindt hij dat concurrentiekracht noodzakelijk is om de kwaliteit van de proeven en de gepresenteerde proefveldcijfers scherp te houden. Een tweede netwerk zorgt er in zijn ogen voor dat meer waardevolle nieuwe thema's mogelijk sneller de weg naar de markt vinden.

Kleuren

De twee rassenlijsten staan in de bijlages. De kleuren geven aan van welke producent de rassen zijn. Geel is KWS, blauw is Pioneer en paars is Eurocorn.