Van Iperen: 'Maisseizoen was erg wisselend'

Hoe was de start van het maisseizoen?

'De start van het seizoen was een beetje vreemd. In het voorjaar was het extreem nat. Daarna was het juist extreem droog. In vier weken tijd was al het vocht boven in de bodem verdwenen. Voor sommige maispercelen betekende dit een trage opkomst door vochtgebrek.'

De laatste jaren zien we een toename in de verkoop van inkuilmiddelen

Piet Riemersma, ruwvoerspecialist bij Van Iperen

Hoe verliep de zomer?

'Het maisseizoen zelf verliep wisselend. Op sommige plekken viel er op tijd een bui, op andere plekken was de grond te droog. Vooral op droogtegevoelige grond in Oost- en Zuid-Nederland viel de teelt niet altijd mee en werd het gewas noodrijp. In drie dagen tijd verkleurde de plant van groen naar dorbruin. Dat de mais noodrijp is, is niet bevorderlijk voor de kwaliteit.'

Was er sprake van schimmelvorming?

'Ja, noodrijpe mais is vaak ook schimmelgevoelig. Dat is een natuurlijk proces. Wanneer iets afsterft, bereidt de natuur zich voor op het opruimen van de planten. Hierdoor ging de schimmeldruk bij deze mais omhoog. Daarbij merkte ik dat het ene ras schimmelgevoeliger was dan het andere. Ik zag overigens dat bijna in heel Nederland de schimmeldruk best hoog was. In het noorden van het land speelde dit minder. Daar bleef de plant frisser.'

Wat doet dit met de kuil?

'Wanneer je de mais goed en koud kunt inkuilen, is er weinig aan de hand. Maar de schimmel is niet weg. Als de temperatuur in de kuil als gevolg van broei omhooggaat, breken de schimmels uit. Een melkveehouder wil veel liters uit ruwvoer halen. Dit ruwvoer moet goed zijn. De laatste jaren zien we dan ook landelijk een toename in de verkoop van inkuilmiddelen.'

Hoe verliep het oogstseizoen?

'September begon met warm weer. In Zuid-Nederland was veel mais oogstrijp, mede doordat veel maistelers kozen voor een vroeger maisras om op tijd te zijn met een vanggewas. Begin oktober was nat en onstuimig. Plaatselijk werden sporen gereden en door de wind knakte de mais op sommige plekken. Later werd het beter weer.

'Over het algemeen merk ik dat de mais in het noorden van het land een goede opbrengst kent. In het oosten en zuiden van het land is deze wisselend. Ik verwacht dat, afgezien van de noodrijpe mais, de voederwaarde goed is.'