Kievit profiteert niet altijd van plasdras

Dit blijkt uit onderzoek van Wageningen University & Research, Sovon Vogelonderzoek en Altenburg en Wymenga, in opdracht van het Netwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit.

In dit onderzoek is voor de kievit nagegaan of plasdrassen de jongenoverleving verbeteren. Er is in drie gebieden gekeken: in de Alblasserwaard, in Eemland en in het grensgebied FryslânGroningen. Onderzoekers vergeleken de ontwikkeling van kievitkuikens met en zonder plasdras.

Uit het onderzoek blijkt dat de plasdrassen geen effect hadden op het aantal vliegvlugge jongen. Er overleefden niet meer kuikens dan zonder greppelplasdras. Ook de conditie van de opgroeiende jongen was, over de hele opgroeiperiode gezien, niet aantoonbaar beter.

Iets betere conditie

Wel hadden de zeer jonge kuikens (tot circa 10 dagen) bij plasdrassen een iets betere conditie en een iets geringere sterftekans dan op de referentiepercelen. Oudere kuikens hadden op plasdrassen daarentegen een wat slechtere conditie en een iets grotere sterftekans dan op de referentiepercelen.

Voor de moedervogels werd voor de conditie een vergelijkbaar effect gevonden: in de eerste helft van het seizoen op plasdrassen een iets betere conditie, later juist een iets slechtere. Het ging overigens om zeer kleine verschillen.

Weelderige gewasgroei

Onderzoekers stelden ook vast dat de gewasgroei op de percelen met plasdras vaak erg weelderig was. Dit 'zware gewas' is slecht toegankelijk voor kuikens, waardoor ze lastig voedsel kunnen zoeken.

Uit nader onderzoek bleek dat de gewaszwaarte van de plasdrassen lang niet altijd minder was dan van de omgeving. In eenderde van de gevallen was de vegetatie in het plasdrasdeel zelfs zwaarder dan erbuiten.

Met deze kennis keken de onderzoekers opnieuw naar de resultaten in de drie onderzochte gebieden. Ze stelden vast dat de gebieden met licht gewas in de plasdras meer weidevogels met jongen herbergden dan de plasdrassen met een zwaar gewas.

Aantrekkingskracht vogels

Het onderzoek toont dus aan dat plasdrassen wel werken als het gaat om aantrekkingskracht voor vogels en als ze leiden tot een effectieve onderdrukking van de gewasgroei. Maar deze remmende werking treedt in de praktijk lang niet altijd op.

Om tot een beter resultaat te komen, doen de onderzoekers aanbevelingen aan beheerders om tot een geschikt habitat te komen: naast de plasdrasomstandigheden ook zorgen voor een minder zwaar gras waar de kuikens goed doorheen kunnen lopen.