Vakgroepvoorzitters: 'Nuka's worden gewoon opgehaald'

De Nederlandse kalversector verkeert in zwaar weer. De afzet van kalfsvlees, dat normaal gesproken voor een groot deel zijn weg vindt binnen de horeca in met name Italië en Frankrijk, stagneert. Vanwege het rondwarende coronavirus zijn restaurants vrijwel overal gesloten.

'Aanvankelijk nam de retail nog iets meer kalfsvlees af, maar die afzet stokt nu ook', zegt vakgroepvoorzitter Wim Thus van LTO Kalverhouderij. 'Kalfsvlees is een luxe vleessoort. Dan komt ander vlees bij consumenten toch eerst in beeld.'

Het is dus volgens Thus ontzettend manoeuvreren om slachtrijpe kalveren van de kalverhouderijen af te krijgen. Dieren worden langer aangehouden, daardoor gaat blank vlees soms weg voor rosé, jong rosé voor oud rosé en oud rosé voor rundvlees, uiteraard ook voor bijbehorende lagere prijzen. 'Een kwestie van elkaar wegduwen op de markt'.

Vriescapaciteit

Er wordt ook kalfsvlees ingevroren, maar de vriescapaciteit van vleesverwerkers raakt snel vol. Landen als Frankrijk en Italië hebben in Brussel inmiddels gepleit voor particuliere opslag en eventueel interventie. 'Onze Nederlandse landbouwminister is daarmee echter terughoudend', aldus een teleurgestelde Thus.

Inmiddels worden in de kalverhouderij minder kalveren opzet. Enerzijds door minder dieren in een hok te plaatsen, anderzijds door de stallen langer leeg te laten. Dat heeft ook zijn effect op de kalverprijzen. Die dalen.

Angst

De eerder geuite angst van melkveehouders, dat hun nuchtere kalveren straks niet meer worden opgehaald, is echter ongegrond. 'We werken binnen de kalverhouderij met een flexibele schil wat betreft de aankoop van nuka's. Samen met de melkveehouderij hebben we afspraken gemaakt dat Nederlandse kalveren eerst worden opgenomen door de sector, mits ze aan de vereiste condities voldoen', zegt Thus. 'Driekwart van de importkalveren die opgezet worden door de Nederlandse houders komt uit Duitsland. Die zullen deels een andere weg voor hun kalveren moeten zoeken.'

Voorzitter Meulenbroeks van LTO-vakgroep Melkveehouderij is blij met de afspraken en noemt ze belangrijk voor het onderlinge draagvlak tussen beide sectoren. 'De Nederlandse melkveehouderij is overigens ook niet ingericht dat stieren langer op het bedrijf blijven. Een paar weken langer kan nog wel, maar langer aanhouden vraagt om problemen.'