Dit zijn de voorwaarden voor steunregeling loonkosten

Bedrijven kunnen vanaf 6 april bij het UWV een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in de loonkosten van hun personeel, als zij omzetverlies lijden door de uitbraak van het coronavirus. Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft dat vanochtend bekendgemaakt.

Dit+zijn+de+voorwaarden+voor+steunregeling+loonkosten
© Dirk Hol

De voorwaarden van deze 'Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid' (NOW) zijn vandaag bekendgemaakt. Bedrijven die gedurende drie maanden tenminste 20 procent omzetverlies hebben, kunnen hiermee vanaf 1 maart een tegemoetkoming van maximaal 90 procent van de loonsom krijgen naar rato van de omzetdaling. Bij een omzetverlies van 100 procent is dat 90 procent. Bij bijvoorbeeld 50 procent omzetverlies wordt dat dan 45 procent van de totale loonsom.

Voorwaarde is dat de ondernemers het reguliere salaris blijven doorbetalen aan hun medewerkers. En bedrijven mogen tijdens de periode dat er subsidie wordt ontvangen geen aanvraag doen voor ontslag om bedrijfseconomische redenen.

Omzetverlies

In de regeling spelen twee variabelen een grote rol: de omzet en de loonsom. Hoe hoger het omzetverlies, hoe hoger de tegemoetkoming in de loonsom voor de werkgever. Om de hoogte van het omzetverlies te bepalen, moeten werkgevers hun totale omzet uit 2019 delen door vier. Zij vergelijken dat vervolgens met de omzet in maart-april-mei 2020.

Soms is uitblijvende klandizie pas later terug te zien in de omzetdaling. Daarom kunnen werkgevers ook een periode aangeven voor de omzetvergelijking die een of twee maanden later start.


Als een bedrijf uit een aantal bedrijfsonderdelen (rechtspersonen) bestaat die samen een concern vormen, wordt de omzetdaling van het hele concern aangehouden. Anders kan de organisatie van het concern grote invloed hebben op de hoogte van de subsidie. En het kabinet vindt het daarnaast aan een concern om verantwoordelijk met medewerkers om te gaan als over het geheel genomen geen sprake is van een forse omzetdaling.

Loonsom

Voor de loonsom worden gegevens uit de loonaangifte bij de Belastingdienst gebruikt. Deze neemt het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) automatisch over. Het UWV neemt hierbij als grondslag het socialeverzekeringsloon. Hier komt voor alle bedrijven dezelfde opslag van 30 procent bovenop voor werkgeverslasten, zoals de opbouw van het vakantiegeld, pensioen en de werkgeverspremies. Er zit daarnaast een maximum aan het loon per werknemer van 9.538 euro per maand. Salaris boven dit bedrag wordt niet gecompenseerd.

De loonsom in de subsidieperiode wordt vergeleken met de loonsom van januari zoals bekend bij de Belastingdienst. Als die ontbreekt, wordt de loonsom van november 2019 genomen. Om calculerend gedrag te voorkomen, worden wijzigingen in de loonaangifte van januari die na 15 maart zijn doorgegeven niet meegenomen. Vanwege het belang van de loonsom voor de subsidie, is het belangrijk dat werkgevers tijdig loonaangifte blijven doen bij de Belastingdienst.

Iedereen voor wie loonaangifte wordt gedaan en die verzekerd is voor de WW, ZW of WIA, valt onder de loonsom waarvoor subsidie ontvangen kan worden. Ook het salaris van flexwerkers wordt gecompenseerd, er is geen onderscheid naar contractvorm. Het kabinet roept werkgevers samen met de werkgevers- en werknemersorganisaties op om, indien mogelijk, flexwerkers door te betalen. Als de loonsom krimpt omdat er minder mensen doorbetaald worden, daalt de tegemoetkoming mee.

Aanvragen, voorschot en uitbetalen

Het UWV streeft ernaar om de regeling vanaf 6 april uit te voeren, maar is nog bezig met de laatste testen voor de uitvoering. Naar verwachting gaat het loket bij het UWV op 6 april open. De aanvraagperiode loopt tot en met 31 mei 2020. Werkgevers geven bij de aanvraag de verwachte omzetdaling op.

Als het UWV positief oordeelt, wordt een voorschot van 80 procent uitgekeerd. Dat gebeurt in drie termijnen. Het eerste deel van het voorschot wordt uitgekeerd binnen twee tot vier weken na de indiening van de aanvraag, al verwacht het UWV dat dit voor de meeste bedrijven sneller kan.


Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de NOW is toegekend, dient de werkgever vaststelling van de subsidie aan te vragen. In beginsel is hiervoor een accountantsverklaring vereist. Vervolgens zal het UWV binnen 22 weken een eindafrekening doen. Die kan hoger of lager uitvallen dan bij de eerste opgave werd verwacht. Bedrijven met acute liquiditeitsproblemen kunnen worden geholpen met de andere maatregelen uit het noodpakket.

De voorwaarden voor de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) zijn op 27 maart gepubliceerd. Deze regeling steunt zelfstandige ondernemers, onder wie zzp'ers, met inkomensondersteuning en bedrijfskrediet. Zo hebben zij een betere kans om hun bedrijf voort te zetten. De regeling wordt uitgevoerd door gemeenten en geldt vooralsnog tot 1 juni.

Inkomens beschermen

Het kabinet wil tijdens de coronacrisis banen en inkomens van mensen beschermen. Daarom is op 17 maart een economisch noodpakket aangekondigd. Een van de maatregelen is een tegemoetkoming in de loonkosten voor bedrijven die nu omzetverlies lijden. De Tweede Kamer heeft inmiddels ingestemd met de extra uitgave van 10 miljard euro voor deze regeling.

De grote verschillen tussen bedrijven, de urgentie, de uitvoerbaarheid en het belang van het tegengaan van oneigenlijk gebruik zorgen er volgens Koolmees voor dat er bij deze noodmaatregel weinig ruimte is voor bedrijfs- en sectorspecifieke verschillen. Sommige bedrijven zullen daarom minder goed of niet bereikt worden. Ook zullen sommige seizoensbedrijven een berekening op basis van een gemiddelde jaaromzet nadelig vinden.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    9° / 2°
    70 %
  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    11° / 2°
    50 %
Meer weer