Droogte treft melkveesector hard

Met name in de Achterhoek en Twente zijn de problemen groot, weet melkveespecialist Ronald Wolters van Gunnewick Mengvoeders. 'De eerste snede gras was goed, de tweede was ook nog redelijk. En toen werd het droog en verdorden graspercelen', zegt hij.

'Nu het wat heeft geregend, lijkt het gras zich een beetje te herstellen. Dat wil niet zeggen dat overal plots Engels raaigras terugkomt. Grassen van mindere kwaliteit en onkruid grijpen hun kans. Vooral kweek rukt op.'

Gewasbeschermingsmiddelen

Wolters adviseert kweek met gewasbeschermingsmiddelen aan te pakken. 'Gras scheuren is op deze percelen wellicht de beste optie, zeker wanneer vorig jaar na de droogte niets is gedaan. Als de kweek verdwijnt, komt niet automatisch het gewenste gras terug.' Hij weet dat het kort dag is, scheuren moet voor 1 september.

De melkveespecialist kan zich voorstellen dat de keuze voor scheuren lastig is, vanwege de ruwvoerpositie op veel bedrijven. 'Aan de andere kant moet je je afvragen hoeveel en wat voor kwaliteit gras je wint, mocht je als ondernemer nog een snede kunnen oogsten.'

Mede doordat de maiskwaliteit op veel plaatsen slecht is, zal de ruwvoerpositie van veel ondernemers leiden tot extra voeraankoop. Zeker ook omdat sommige ondernemers een deel van hun eerste sneden deze zomer al hebben gevoerd, toen er geen gras groeide.

Melkgeld mislopen

'Ik verwacht dat ondernemers 3 tot 5 cent per kilo melk nodig hebben voor de aankopen van extra ruwvoer, de extra bewerkingskosten en de mutatie in de voervoorraad. Daarnaast staat het percentage eiwit van eigen land onder druk, door de droogte. Daardoor kunnen ondernemers soms niet deelnemen aan bepaalde programma's, zoals PlanetProof. Hierdoor lopen ze melkgeld mis', verwacht Wolters.

Volgens Mark de Beer van Groeikracht is de schade in het zuiden bij gras beperkt. 'De eerste drie sneden gingen goed. Na de droogte pakken ondernemers hun verlies met een lichte vierde snede. Ondernemers die deze snede enkele weken geleden hebben gemaaid, zien het nieuwe gras in sneltreintempo opkomen.'

Over de Brabantse mais is De Beer iets minder te spreken. 'De mais staat in het oosten van Brabant slechter dan in het midden en westen. In Midden-Brabant zie je weinig echt slechte mais, maar ook weinig echt goede mais.'