Varkenshouder dreigt digitale boot te missen

De digitalisering in de Nederlandse varkenshouderij is volgens Lotgerink 'armzalig'. 'Als we op wereldniveau mee willen blijven doen, wordt dat de komende jaren beslist en niet over vijftien jaar.'

Dat zei hij maandagavond tijdens het jaarcongres van varkensfokkerij Topigs Norsvin in Arnhem. Volgens de topman van de slachterij en vleesverwerker kunnen Nederlandse varkensbedrijven in de wereldmarkt alleen overleven als ze onderscheidende concepten produceren waar de klant om vraagt.

Efficiency

Op het gebied van efficiency gaat Nederland het bijvoorbeeld niet winnen van landen als Brazilië, de Verenigde Staten of Canada. Het is volgens Lotgerink van belang dat de keten beter samenwerkt en van Nederlands varkensvlees een A-merk maakt. 'Voor een premiummerk kunnen we hogere prijzen vragen. Net als bij Duitse auto's of Nederlandse bloemen.'

De slachterij is volgens hem de aangewezen partij om ketenregisseur te worden. VION wil die handschoen graag oppakken, verzekert de bestuursvoorzitter. 'Ik zou niet weten wie dat anders moet doen. De slachterij doet de valorisatie. Die weet welke markt waarom vraagt en hoeveel vraag er bijvoorbeeld is vanuit de buitenlandse markt en naar welke producten. Daar heeft de slachterij het beste zicht op.'

Lagere kosten

Om beter samen te gaan werken, is het volgens de VION-voorman nodig om oude structuren te verlaten. Er zijn dan fors lagere kosten te realiseren en minder verspilling. Daar is transparantie voor nodig. Vraag en aanbod moeten beter op elkaar aansluiten.

Verschillende sprekers benadrukten dat transparantie en vertrouwen essentieel zijn om in de keten goed samen te werken. 'Ik ben blij dat we niet meer alle data zo over de schutting gooien', gaf een varkenshouder aan. 'Als we willen samenwerken, moeten ook andere partijen in de keten hun informatie transparant delen.'

Voerkosten

Bestuursvoorzitter Martin Bijl van Topigs Norsvin schetste de ontwikkelingen in de wereldmarkt. Tot 2035 groeit de vraag naar varkensvlees 45 procent. Hij verwacht dat er over zeven jaar nog maar drie of vier internationale varkensfokkerijbedrijven over zijn. 95 procent van het varkensvlees wordt geproduceerd waar het wordt geconsumeerd. Voerkosten blijven het belangrijkste economische aandachtspunt.