Succesvolle eerste bewegingsjacht wilde zwijnen

De jagers deden dat samen met boeren in de regio die eigenaar zijn van de gronden waarop gejaagd mag worden. ‘Dankzij de goede voorbereiding en de uitstekende samenwerking tussen boeren en jagers zijn er in totaal tien van de zestien waargenomen wilde zwijnen geschoten’, vertelt Arnoud Heijke, secretaris van WBE Zuid-Oost Kempen. De tien wilde zwijnen brengen het totaal van de door WBE Zuid-Oost Kempen geschoten dieren dit jaar op honderd.

Eerste keer

Het was de eerste keer dat op Nederlands grondgebied deze vorm van bejaging is toegepast sinds het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) op 12 oktober de nieuwe maatregel afkondigde. Doel van de maatregel is om toename van wilde zwijnen buiten de aangewezen leefgebieden (Veluwe en Meineweg, red.) tegen te kunnen gaan.

‘Hoe lager het aantal wilde zwijnen is, hoe lager de kans is op introductie van Afrikaanse varkenspest in Nederland’, aldus Heijke. Bij bewegingsjacht beweegt een kleine groep mensen, van maximaal zes personen, met (hooguit) drie aangelijnde honden de zwijnen op een rustige manier richting de jagers, die eveneens met maximaal zes personen zijn.

Effectieve methode

Eén van de jagers, een ervaren zwartwildjager in zowel Nederland als op drijfjachten in het buitenland, roemt deze nieuwe methode: ‘Ze is effectief en doordat het wild veel rustiger beweegt dan bij een drijfjacht, kun je als jager veel beter tot een veilig en verantwoord schot komen. Voor mij is dit de beste methode om wilde varkens te bejagen.’

De bewegingsjacht was uitgevoerd op drie grote percelen groenbemester (mosterd) van elk ongeveer tien hectare. De keuze voor deze landbouwgronden kwam voort uit deze zomer opgelopen schade aan landbouwgewassen en was een verzoek van de varkenshouders in het gebied.

Boeren bijstand

De boeren hebben op advies van de jagers ongeveer een week ervoor aan de kopse kanten van de percelen een grote baan uitgefreesd aan de bosrand, zodat de jagers een vrij schootsveld hadden. Daarnaast zijn er in de groenbemester banen gefreesd, zodat er een goed overzicht was en er blokken van zo’n drie hectare ontstonden.

Op de dag zelf hebben de jagers zich geposteerd op platte boerenkarren, zodat zij van hoogte konden schieten in verband met hun veiligheid. Rondom het perceel zaten verkenners in de opgeheven voorladers van tractoren. Zij hadden met portofoons contact met de jagers over wat zij waarnamen. Jagers van naburige jachtvelden zaten een kilometer verderop op hun ‘hoogzitten’ om wilde zwijnen die niet geschoten waren alsnog te kunnen schieten.