Hoekstra zit komend jaar ruimer bij kas

Nieuws Algemeen Jan van Liere 18 sep 2018 om 17:02uur

De Nederlandse economie groeit volgend jaar met 2,6 procent en het begrotingsoverschot loopt op naar 1 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Die verwachting schrijft minister Wopke Hoekstra (Financiën) in de Miljoenennota 2019 die hij dinsdag aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.

De bewindsman zit ruimer bij kas dan de afgelopen jaren het geval was. Daardoor zal de overheidsschuld volgend jaar met 6 miljard euro dalen tot 49,6 procent van het bbp. Daarnaast is er ruimte voor een verlaging van de lasten op arbeid. Het kabinet introduceert een sociale vlaktaks met een basistarief en een toptarief voor de hogere inkomens.

De energie-investeringsaftrek (EIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen (Vamil) worden voor een nieuwe periode van vijf jaar verlengd. Dat staat in het wetsvoorstel Fiscale vergroeningsmaatregelen 2019 dat tegelijk met de begroting is ingediend. Andere maatregelen zijn onder meer een verhoging van het tarief van de eerste schijf in de energiebelasting voor aardgas en een verhoging in de afvalstoffenbelasting voor het storten en verbranden van afvalstoffen

Btw-verhoging gaat door

In zijn toelichting op de begroting bevestigt Hoekstra nog eens dat de verhoging van het lage btw-tarief per 1 januari van 6 naar 9 procent gewoon doorgaat. Hij legt uit dat het kabinet op deze manier de lasten op arbeid verschuift naar lasten op consumptie. Dat is volgens hem verstandig, want een belasting op consumptie heeft een minder verstorende werking op de keuzes van Nederlanders en is beter voor de economische groei.

Bij een belastingverhoging hebben consumenten in de grensstreek vaak de neiging om met name langer houdbare voedingsmiddelen in Duitsland of in België te gaan kopen. Het kabinet verwacht dat dat dit keer wel mee zal vallen omdat het prijspeil voor voedingsmiddelen daar 'over het algemeen' hoger dan in Nederland, ook na de verhoging van het lage btw-tarief.

Het ministerie van Financiën heeft uitgerekend dat de aanpassing van het btw-tarief zo'n 450.000 ondernemers een incidentele administratieve last oplevert, doordat administraties, factureringsprocessen en btw-aangiften moeten worden aangepast. Dit kost gemiddeld anderhalf uur per ondernemer. Uitgaande van een uurtarief van 40 euro levert dat in totaal een eenmalige last op van ongeveer 27 miljoen euro. Aan btw verwacht het ministerie jaarlijks bijna 3 miljard euro meer te ontvangen.

• Lees ook: Ministerie van LNV investeert in innovatie