Boeren melden meer faunaschade

In de eerste helft van 2015 werden er 770 meldingen gedaan. Dit jaar ontving het Faunafonds tot en met juni bijna 1.300 meldingen, meldt Bij12, de organisatie die de provincies steunt op het gebied van natuur en landelijk gebied.

Het Faunafonds maakt hier deel van uit. De meldingen staan los van het aantal aanvragen in een tegemoetkoming van de schade.

Onder meer op aandringen van LTO Nederland is het melden van alleen schade aan gewassen, vee en percelen eind vorig vereenvoudigd. Veel boeren dachten dat het behandelbedrag van 300 euro in rekening werd gebracht. Dit geldt echter alleen bij het indienen van een schadeaanvraag.

Zitten

Toch melden nog lang niet alle gedupeerden de schade, zegt voorzitter Chris Kalden van het Faunafonds deze week in het magazine De Jager van de Jagersvereniging.

‘Als boeren denken dat ze toch geen tegemoetkoming krijgen of een laag bedrag, laten ze het erbij zitten.’

Totaalbeeld

Daarom is eind vorig jaar het online Landelijk Meldpunt Faunaschade gelanceerd, waarmee alleen het melden van schade zonder kosten makkelijker is.

Zodoende moet het totaalbeeld aan wildschade inzichtelijker worden voor de provincies die vervolgens hun faunabeleid en de verlening van ontheffingen beter kunnen onderbouwen. Zo is er volgens het Faunafonds nog veel ‘onzichtbare schade’, bijvoorbeeld door brandganzen.

Proactief

Ander pluspunt is volgens Kalden dat een faunabeheereenheid eerder proactief kan handelen. ‘Stel dat er opeens veel schade ontstaat door mezen of houtduiven. Dan moeten er alarmbellen gaan rinkelen en kunnen we veel eerder inspelen op de nieuwe problematiek en nieuwe diersoorten.'

'Zo voorkomen we dat zaken uit de hand lopen', aldus Kalden.

Oproep werkt

LTO ziet het meldpunt als een begin voor het verzamelen van de nodige data. ‘De oproep van LTO-afdelingen aan hun leden om schade te melden heeft resultaat gehad’, zegt Peter de Koeijer die jarenlang de portefeuille Faunazaken behartigde.

‘Wat nog wel van meerwaarde kan zijn, is om naar de ‘probleemgebieden’ toe te gaan. Daarmee laat je zien dat je de agrariërs serieus neemt en het in ieders belang is de juiste data te verzamelen.’