Akkerbouwer Hans Thur: ‘Curtis is een blijvertje’

Thur teelt op zandgrond al jaren resistente rassen. Hij houdt nauwlettend in de gaten welke nieuwe rassen eraan komen. Onder andere op de open dagen van CSV COVAS op Proefboerderij Vredepeel van PPO. Hij had het nieuwe ras toen al in het vizier. De teler gaat regelmatig ‘snuffelen’ bij veredelaars op zulke bijeenkomsten. ‘Op proefboerderijen heb ik meer interesse in wat in de grond gebeurt dan wat er overheen rijdt. Ik had Curtis al heel lang gezien, eerst onder nummer.’
Hij zag de voordelen van het nieuwe ras en zaaide dit voorjaar voor het eerst zelf 8 hectare op zandgrond. Op hetzelfde perceel zaaide hij ook een veel gezaaid ander rhizoctoniaresistent ras, om en om in banen over het perceel.
De teler volgde beide rassen op het perceel nauwgezet. Hij legde daarvoor verspreid over het perceel telstroken aan van 10 meter lang, met een stokje aan het begin en één aan het eind van de strook. Elke drie dagen controleerde hij hoe het gewas zich binnen die stroken ontwikkeld had. Doordat hij her en der over het perceel telstroken had in beide rassen, kon hij ze goed vergelijken.
‘Eigenlijk had ik heel veel herhalingsproeven. Ik heb die heel intensief gemonitord’, geeft hij aan. Waarom telstroken? ‘Meten is weten’, antwoordt Thur. ‘Met telstroken tel je altijd op dezelfde plaats, dan kun je goed vergelijken. Als je de ene keer hier en de andere keer daar telt, krijg je geen goed beeld.’

Vier dagen voorsprong

Het begon bij de kiemsnelheid. Thur: ‘Een biet groeit gemiddeld 450 kilo per hectare per dag. Hoe eerder die zich ontwikkelt, hoe groter de productie.’ De teler kijkt welke opkomstdatum het IRS aangeeft en gaat dan naar het perceel om te tellen. De eerste dag stonden 20.000 planten boven, drie dagen later 60.000 planten. Het verschil tussen de rassen was duidelijk. Thur: ‘Curtis had drie tot vier dagen voorsprong op het andere ras, dus tel maar uit.’
Na de kieming komt de teler elke drie dagen op al zijn bietenpercelen. ‘Soms drie keer in de week. Dan zit ik veel in de auto. Maar je weet heel snel hoe het ervoor staat, dankzij de telstroken.’ Het nieuwe ras hield de hele veldperiode de voorsprong, ook bij de start van het groeipuntstadium, als de suikerproductie begint.
In de loop van de teelt werd Thur steeds nieuwsgieriger hoe het ras er onder de grond uit zou zien. Daar is hij zeer over te spreken: ‘Curtis is een prachtige biet zonder vertakkingen, die mooi recht naar beneden groeit.’ Het is bovendien een ideale biet om te rooien. Thur: ‘De chauffeur van de rooier zei: ‘Het is een magnifieke biet om te rooien. Er blijft zeer weinig grond aan hangen.’ De chauffeur van de kieper mopperde: ‘Die bieten zijn zo glad als pingpongballen, je kunt er helemaal geen mooie hoop mee maken.’ De chauffeur van de muis die de bieten laadde zei: Het zijn toch verrekte mooie bieten. Zulke schone heb ik nog niet gezien.’
Halverwege vorige week zijn de bieten naar de fabriek gegaan. Thur heeft al wel gegevens over het tarrapercentage. Dat was 4,9 procent, 1 procent minder dan het gemiddelde van CSV COVAS in diezelfde tijd.
De Brabander heeft nog geen cijfers over de tonnen en het suikerpercentage. De bieten waren ‘100 procent’ vrij van rhizoctonia. In het andere ras dat op het perceel groeide, zat af en toe een rotte biet, constateert hij.
Op het gebied van bladgezondheid heeft hij geen verschil waargenomen tussen beide rassen. ‘Daar kan ik nog weinig van zeggen. Je kunt met het blote oog heel moeilijk zien of er cercospora in zit of wat anders. De druk van cercospora was er niet hoog. Ik heb wel op tijd een bespuiting uitgevoerd. Als CSV COVAS aangeeft dat de besmetting er is, ga ik spuiten. Soms al eerder.’

Méér bieten

De Genderense bietenteler heeft nog niet alle cijfers binnen. Zijn laatste bieten gaan pas half december naar de fabriek. Maar uit de opbrengstcijfers tot nu toe weet hij al dat de opbrengst van zijn totale bietenareaal groot is. ‘Véél te groot’, zegt hij lachend. ‘Ik heb begroot op 13,5 ton polsuiker per hectare. Mijn vijfjaars gemiddelde is 13.750 kilo. Ik zit daar nu al 3 ton boven. Ik had wel een paar hectare minder kunnen zaaien.’
Thur is optimistisch over de bietenteelt en wil zijn areaal uitbreiden. ‘Ik zie op de lange termijn wel brood in bietenteelt’, zegt hij. Daar past volgens hem Curtis goed in. ‘Dat is wel een blijvertje. In 2016 zaai ik in ieder geval een hoog aandeel Curtis.’