Kostprijs DDB ‘vertekent’

Elk jaar is er weer een bericht over de hoge kostprijs, met een beeld dat het toch wel kommer en kwel is in de melkveehouderij. Heeft Dutch Dairymen Board gelijk met haar studie van eind juni naar productiekosten van melk? Het is maar hoe je er naar kijkt.

Harm HolmanOnlangs is het jaarlijkse congres gehouden van European Dairy Farmers (EDF). Dit keer in Winterthur in Zwitserland. Cijfers van de meer dan 300 EDF-leden in Europa zijn gepresenteerd. Dit betrof de cijfers van een jaar geleden, waar de goede melkprijs nog maar ten dele in zit. De conclusie: er zijn boeren die veel verdienen en boeren die echt niet uit de voeten kunnen met de huidige melkprijs.
Er zijn drie zaken die het verschil maken tussen bedrijven, namelijk: de omvang en efficiëntie, de hoogte van de kosten en opbrengsten en de schulden.
Voor een goed resultaat is een x-aantal koeien nodig om een inkomen te halen. De arbeidsefficiëntie is het hoogst tussen de 150 en 250 koeien. Er is echter een enorme variatie tussen bedrijven (zie grafiek 1). Er zit zo een verschil van 3,9 tot 5,2 cent (bij 15 en 20 euro per uur) aan arbeidskosten per liter melk.
Wat opvalt is dat binnen EDF de efficiëntie van robotbedrijven gemiddeld niet hoger is dan van gangbare systemen. De besparing van arbeid bij het melken wordt niet omgezet in meer productie van melk. Uit de cijfers blijkt dat efficiënte bedrijven 300 uur arbeid besteden per 100.000 liter melk. Bij 3.000 uur arbeid is dus een miljoen liter melk te produceren.

Kosten en opbrengsten

Uit de grafiek met kosten en opbrengsten blijkt dat de kosten de afgelopen jaren zijn toegenomen met 4,6 cent. De hogere melkprijs is dus grotendeels weggegeven aan meer kosten. COP (cost of production EDF) 2014 laat zien dat de cash kosten gemiddeld 30,5 cent zijn. Dit zijn alle kosten zonder rente en aflossing. De afschrijving valt te betalen van de opbrengsten en de toegerekende kosten voor arbeid en investering worden niet helemaal goedgemaakt. Gemiddeld genomen zijn binnen Europa de verschillen erg groot.
Nederland doet het eigenlijk heel goed. We hebben de laagste cash kosten, 26 cent (4,5 cent lager dan Europees gemiddelde). Elke liter melk produceren we effectief tegen lage kosten.
Wat ons parten speelt, zijn de hoge afschrijvingskosten op bijvoorbeeld quota en gebouwen en de rentekosten voor de financiering. Dat we het goed doen, wordt daardoor niet vertaald in een hoger rendement dan de rest. De kunst is bij het wegvallen van de quota de afschrijvingskosten niet op te vullen door nieuwe kosten, bijvoorbeeld mestverwerking of duurdere grond.
De beste 25 procent van de bedrijven in Europa verdient heel goed. Die bedrijven hebben een melkprijs nodig van 33 cent om alle kosten te kunnen betalen en de toegerekende kosten vergoed te krijgen. De slechtste 25 procent heeft een melkprijs nodig van 52 cent. Dit is een verschil van maar liefst 19 cent. In Nederland ligt dit verschil jaarlijks tussen de 10 en 15 cent.
In alle landen zie je hetzelfde beeld. De helft van de bedrijven is rendabel en de ander helft niet. De slechtste 25 procent krijgt geen vergoeding voor arbeid en geïnvesteerd vermogen.

Financiering

Nederland is na Denemarken en Canada schuldenkampioen. Bijna 12.000 euro per koe, zo ongeveer 1,40 euro per liter melk (afbeelding 3). Over gemiddelden spreken is altijd lastig en geeft een vertekend beeld. Uit gegevens van de bank blijkt dat een derde van de melkveehouders in Nederland ongeveer schuldenvrij is. De uitstaande schuld van de bank is dus aan twee derde van de melkveehouders toe te rekenen.
De EDF-leden in Nederland betalen 4,5 cent rente en bij aflossing in 25 jaar 5,5 cent aflossing per jaar. Hiermee zitten ze zelfs nog net onder het Nederlands gemiddelde.
Bij een gemiddelde boer gaat van elke liter melk 10 cent naar de bank. Bij financiering boven de 2 euro per liter melk ga je richting de 15 cent per liter melk, een derde van het melkgeld.
Een Engels collega die 4 miljoen liter melkt en schuldenvrij is, rekende voor dat hij in tegenstelling tot zijn Nederlandse collega niet 4 ton rente en aflossing naar de bank hoeft te brengen. Dat scheelt wel een hele mooie auto. En een trekker erbij.
Kortom, de verschillen in schaalgrootte en efficiëntie, kosten en opbrengsten en financiering verklaren waarom de ene boer het moeilijk heeft en de andere veel geld verdient. Dat betekent dat het kostprijsverhaal van Sieta van Keimpema, een vertekend beeld geeft. Goede ondernemers verdienen goed en een deel van de bedrijven zal, als het nu niet lukt, nooit rendabel worden.
Uit de EDF-cijfers blijkt dat het niet ligt aan de melkprijs die FrieslandCampina betaalt, maar aan hoe het bedrijf opgezet is en hoe goed je technisch boer bent. Klagen helpt niet, melkveehouders doen er goed naar hun zichzelf en hun eigen kostprijs te kijken.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer