Team Oost: ‘Dicht bij de leden staan’

Anne-Marie RopsTot april werkten de beleidsadviseurs voornamelijk voor een ‘eigen’ provincie. Nu wordt gewerkt met specialisten voor de hele regio. Zo is Kraak bijvoorbeeld specialist op het onderwerp water en Elzinga op het onderwerp Natura 2000. ‘Daarmee versterk je de belangenbehartiging, je werkt efficiënter’, legt Kraak uit. ‘Je kunt je kennis op een breder terrein inzetten.’
Elzinga vult aan: ‘We houden een hechte binding met de afdelingen. Afdelingen werken steeds professioneler, ze kunnen steeds meer zelf. Voor een stuk ondersteuning is er voor iedere afdeling een aanspreekpunt in ons team.’

Menging van functies

Regio Oost kenmerkt zich door een grote menging van functies in het buitengebied zoals natuur, water, landbouw en kleinschaligheid. Dat geeft druk op de landbouw, terwijl in een aantal delen van de regio ook de stedelijke druk wordt gevoeld.
Tel daarbij op dat er een grote diversiteit aan sectoren in land- en tuinbouw is en dan is duidelijk dat belangenbehartiging vaak een complexe zaak is. Zo hebben bijna alle bedrijven in Overijssel en Gelderland te maken met Natura 2000.
‘Beleidsmakers worden geconfronteerd met verschillende belangen’, zegt Kraak. ‘Overheden leggen zaken over elkaar heen, wat de situatie ingewikkeld maakt. Wij strijden daarbij voor onze leden, om resultaat te boeken voor onze leden. Daar ligt onze opgave.’
Mest en mineralen is een specifiek onderwerp voor regio Oost. ‘Met het project ‘Proeftuin Natura 2000 Overijssel’ werken we aan ontwikkelingsruimte voor de boeren’, aldus Bisseling.
Voor de tuinders in het Gelders Rivierengebied is er het programma ‘Betuwse Bloem’, onlangs omgedoopt in Greenport Gelderland, waar LTO Noord in participeert, dat werkt aan versterking van de tuinbouw. Imago van de sector en van LTO Noord is ook een item waar regio Oost op inzet. Verder noemt Bisseling samenwerken met het agrarisch bedrijfsleven een speerpunt voor de toekomst.
Specifiek onderdeel van de belangenbehartiging in Oost zijn de gebiedsprocessen. Daarbij worden ‘opgaven’ in een gebied met betrokken partijen in één gezamenlijk proces aangepakt.
Hageman legt uit: ‘Stel je hebt een gebied waar vijf claims op liggen, vijf opgaven die daar gerealiseerd moeten worden. Bijvoorbeeld voor Natura 2000, waterberging en een weg. Als LTO Noord gaan we samen met de partijen in het gebied deze opgaven realiseren en nemen daarbij nadrukkelijk de landbouwstructuur mee.’
De plannen voor de landbouwstructuur haalt Hageman op bij de leden. ‘Het afdelingsbestuur geeft de aftrap voor het gebiedsproces. Daarna moet de input bij de leden zelf vandaan komen. Wat willen zij met hun bedrijf? Gezamenlijk zoeken we dan naar oplossingen.’