Provincies wijzen op juridische risico's stikstofnorm

De norm is nog niet helemaal juridisch getoetst, benadrukt het IPO. De zogenoemde rekenkundige ondergrens regelt dat bedrijfsactiviteiten vergunningvrij worden bij een relatief kleine stikstofimpact. Bij de rechter kan blijken dat boeren of bedrijven die de nieuwe ondergrens hanteren, alsnog een vergunning nodig hebben.

De provincies willen ook voorkomen dat er opnieuw een groep bedrijven komt die met het stikstofbeleid in de problemen komt, zonder dat de overheden weten om wie het gaat. Dit is namelijk ook het geval bij waarschijnlijk duizenden boerenbedrijven, naast de ruim tweeduizend Programma Aanpak Stikstof (PAS)-melders.

Het IPO is in principe voorstander van een rekenkundige ondergrens, maar heeft daar vijf voorwaarden aan verbonden. Naast de twee bovengenoemde, willen de provincies ook dat er voldoende beleid is dat zorgt voor aantoonbaar minder stikstof. Dat is nodig voor het herstellen van natuur. Ook is er genoeg beleid nodig om te voorkomen dat er lokaal veel meer stikstof komt, vinden zij.

De voorwaarden zijn volgens een woordvoerder van de koepel in een bestuurlijk overleg met het ministerie van LVVN afgesproken. De provincies zijn het bevoegde gezag op het gebied van natuurvergunningen. Zij willen daarom ook dat de Rijksoverheid geld beschikbaar heeft om hen te compenseren, mocht de rechter de rekenkundige ondergrens verwerpen. In dat geval moeten de provincies alsnog het hele proces voor vergunningen doorlopen.