Wetsvoorstel NSC voor grondgebonden melkveehouderij

In de agrarische hoofdstructuur, waarin de focus ligt op voedselproductie, krijgen melkveehouders een graslandnorm opgelegd van 0,35 hectare per grootvee-eenheid (GVE). Dit moet worden behaald in 2034, twee jaar later dan in eerdere voorstellen. Het uitgangspunt is dat 80 procent van de boeren al aan deze norm voldoet. Het ingroeipad start in 2028 met 0,2 hectare per GVE. Dit moet volgens Holman boeren de tijd geven om hun bedrijfsvoering aan te passen.

Naast de hoofdstructuur komen er zogenoemde maatschappelijke landbouwgebieden. Dit zijn gebieden waarin opgaven liggen op het gebied van stikstof, water, biodiversiteit en klimaat. Daar waar in de hoofdstructuur de norm uitkomt op 2,8 GVE per hectare, krijgen boeren binnen de maatschappelijke landbouw een keuze voor een strengere norm van 1,5 GVE per hectare.

Om dat te compenseren, kunnen boeren tegen aantrekkelijke vergoedingen werken aan de maatschappelijke doelen. De vaste vergoeding die boeren voor deze maatschappelijke diensten krijgen, wil het NSC-Kamerlid vastleggen in de wet om boeren langjarig perspectief te bieden. Provincies bepalen in samenspraak met boeren via gebiedsprocessen welke gronden worden bestemd als maatschappelijke grond.

Einde aan discussie maken

Met zijn wetsvoorstel wil Holman een einde maken aan de politieke discussies over de landbouw en boeren weer perspectief geven. 'Het is tijd voor beleid dat werkt voor boer én omgeving. We zetten hiermee een fundamentele stap richting structuur en zekerheid, waar de sector al jaren op wacht', zegt hij.