'Met vertical farm kunnen we intensiveren en extensiveren tegelijkertijd'
Als het aan Dutch Dairy Challenge-winnaar Wouter Slob ligt, dan gaat de melkveehouderij het in de toekomst over een andere boeg gooien. Gras telen in vertical farms waardoor het land vrijkomt voor bomen, meer natuur en beweiding. 'Intensiveren en extensiveren tegelijkertijd.'

Veel te duur. Dat is de opmerking die melkveehouder Wouter Slob uit het Zuid-Hollandse Giessenburg het vaakst te horen kreeg toen hij zijn idee 'Spreed' voor vertical farming indiende bij de Dutch Dairy Challenge 2025. Ook opmerkingen als futuristisch, te industrieel en niet realistisch kwamen regelmatig voorbij.
Toch gelooft de melkveehouder, die met zijn vader Anne en zijn ooms Fokke en Cees in het bedrijf zit, er heilig in. Zijn Oekraïense vriendin Iryna Hryhorieva stimuleerde hem om zich op te geven voor de Dutch Dairy Challenge. In het najaar gaan ze trouwen. Op korte termijn komt ook zijn neef Gerrit in het bedrijf. Daarmee staat de toekomstige generatie klaar om verder te gaan met het familiebedrijf.
Grondig rekenwerk
De kritische vragen tijdens het honderd dagen durende proces van de Dutch Dairy Challenge motiveerden Wouter Slob extra om zijn idee goed rond te rekenen en te kijken of een vertical farm voor gras op een Nederlands melkveebedrijf uit kan. En wat blijkt? Het kan. Juist door het grondige rekenwerk wist Slob de juryprijs in de wacht te slepen. Jurylid Marije Klever, voorzitter van BoerenNatuur, noemde het een bijzonder voorbeeld van 'landsharing en landsparing'.
Je mag uitgaan van een twintig keer hogere opbrengst per vierkante meter
'Natuurlijk is de vertical farm een dure techniek voor gras. En we zitten op veengrond. Niets groeit hier zo goed als gras. Het is echt omdenken voor een melkveehouder. Een andere manier van kijken', aldus Slob. De jonge boer uit Giessenburg weet de cijfers zo op te lepelen. Hij begint bij de kosten. 'Voor gras dat buiten wordt geteeld, gaat men uit van 20 tot 25 cent per kilo droge stof. Ik denk dat het inmiddels 30 cent is. Arbeid en mechanisatie zijn kostenposten. Om daarmee te concurreren, is een uitdaging. Voor de kostprijs van een vertical farm moet je uitgaan van een eenmalig bedrag van 500 euro per vierkante meter. Voor grasland is dat 10 euro.'
Vergelijking met sla
Om de opbrengst te bekijken, keek Slob naar de cijfers die bekend zijn voor sla. 'Ook een bladgewas, net als gras. Bij een vertical farm mag je uitgaan van een twintig keer hogere opbrengst per vierkante meter. Maar dan nog ben je nog altijd 1 euro per kilo droge stof kwijt aan energie. Hoe kan dat uit?'
De ondernemer vroeg iemand van Lely die betrokken was bij de Dutch Dairy Challenge hoe zij de kostenkant in beeld brengen. 'Een melkrobot is duurder dan conventioneel melken. Hij gaf aan dat je aan alles een prijskaartje moet hangen: de arbeid die je bespaart, de liters melk die je meer melkt en de besparing op kosten bij de dierenarts', vertelt hij.
'Vertical farming heeft ook voordelen waar je een prijskaartje aan kunt hangen', vervolgt Slob. 'Op het grasland komt bijvoorbeeld meer ruimte voor biodiversiteit. De melk wordt gezonder, want je kunt in een vertical farm goed sturen op graskwaliteit. Het hele jaar door voorjaarsgras. En de methaanuitstoot gaat ook naar beneden.'
Veel niet uitbetaald
Maar veel wordt ook niet uitbetaald. 'Of het wordt nu wel uitbetaald, maar hoe is dat over een paar jaar? We willen niet van subsidies afhankelijk zijn. Boeren moeten een goed verdienmodel hebben', benadrukt de melkveehouder. Het kwartje viel pas echt toen Slob bedacht dat je op het land ook andere teelten kunt combineren met grazende koeien. 'Eerst dacht ik aan fruit. Maar dat is niet de beste combinatie met melkvee, onder meer vanwege gewasbescherming. Walnoten kunnen wel goed. Daarmee is het plaatje rond te rekenen. Je creëert een nieuwe inkomstenbron.'
Inmiddels begint 'de oude garde', de vader en ooms van Wouter Slob, ook enthousiast te worden. 'In het begin waren ze er best kritisch op. Maar nu ze het resultaat zien van de Dutch Dairy Challenge zijn ze enthousiast. Ze begrijpen ook wel dat je soms moet vernieuwen. Dat hebben zij in het verleden ook altijd gedaan. Zo is mijn oom Cees in 1983 begonnen met het maken van kaas. Dat was een hele stap.'
Wouter Slob runt de kaasmakerij voor het grootste gedeelte ook met zijn oom Cees. Kaas van Slob behoort tot de top vijf van grootste kaasbereiders op het boerenerf. Per jaar wordt er 900.000 kilo geproduceerd, vaak in exclusieve smaken, zoals truffel en pesto-pijnboompit. Via de groothandel komen de kazen op veel plaatsen in Nederland terecht.

Het begon in de jaren tachtig klein, met een deel van de melk die naar de kaas ging. Nu komt alle 2 miljoen kilo melk die op het melkveebedrijf wordt geproduceerd, terecht in de eigen kaas. De productie van kaas is zo groot geworden dat er per jaar zelfs 6 miljoen kilo melk wordt aangekocht bij andere melkveehouders om de kaas te kunnen produceren. Het bedrijf heeft 35 mensen in dienst.
Maar ook op andere terreinen heeft de familie bewezen keuzes te durven maken. Het bedrijf is sinds 2012 op de huidige locatie gevestigd, in de Bovenkerksepolder in Giessenburg. Tot die tijd zat het bedrijf in het dorp, in de lintbebouwing. Slob: 'Dat werd lastiger vanwege de vele transportbewegingen die te maken hebben met de kaasmakerij. Mijn vader en ooms hebben toen besloten te verhuizen. Je wilt de omgeving niet tot last zijn.'
De laatste revolutie is misschien wel de aanschaf van vier melkrobots van GEA. Sinds eind mei werkt de familie ermee. 'Mijn vader moest er eerst niet zoveel van hebben. Hij is erg van de koeien en melken in de melkput', vertelt de ondernemer. 'Maar deze stap is echt gemaakt met het oog op de toekomst. De nieuwe generatie komt eraan. Ik heb ook aangegeven dat ik niet twee keer per dag in de melkstal wil staan om van 05.00 uur 's ochtends tot 20.00 uur 's avonds te werken. Ik wil andere keuzes maken. Nu de melkrobots er staan, is iedereen er reuzetrots op. En met 180 koeien mag het ook best.'

De melkveehouder ziet het ook als een manier van verder professionaliseren. 'Ik stuur het liefst op basis van data. In de kaasmakerij zijn we dat gewend. Er zijn zoveel parameters waarop we sturen om de kwaliteit goed te houden. Melkrobots geven ook allerlei waardevolle data. Dat past beter bij mij dan op het gevoel varen. Het is veel makkelijker om grip te krijgen op wat er op je bedrijf gebeurt. Daarmee kun je processen verbeteren.'
Nu Slob de Dutch Dairy Challenge heeft gewonnen, begint het pas echt. Hij wil beginnen met een proefopstelling van een vertical farm van 6 vierkante meter. Daarna volgt een fase met 50 vierkante meter en daarna met 100 vierkante meter. Voor alle fases wil hij een jaar uittrekken. Hij wil veel zelf doen, maar ook onderzoekers en bedrijven erbij betrekken. 'LTO-vakgroep Melkveehouderij heeft ook steun toegezegd. We gaan op zoek naar het beste lichtrecept voor de beste kwaliteit gras. Het hele jaar gras met 1.100 VEM. Maar je kunt ook sturen op andere kwaliteitsaspecten. Op smakelijkheid, methaanuitstoot en melkproductie', licht de ondernemer toe.
'Daarnaast willen we de dunne fractie van de mest gebruiken in de vertical farm. Daar ligt een enorme potentie', vervolgt Slob enthousiast. 'Stel je voor dat alle kassen in Nederland in de toekomst ook de dunne fractie uit koemest kunnen gebruiken. De dikke fractie, rijk aan organische stof, kunnen we gebruiken voor bodemverbetering.'
De Zuid-Hollandse melkveehouder wil in de toekomst ook een mestvergistingsinstallatie. 'We kunnen dan de CO2 afvangen en gebruiken in de vertical farm. Een vertical farm heeft aardig wat CO2 nodig. Voor het oogsten van het gras kunnen we gebruikmaken van bestaande technieken, bijvoorbeeld die wordt gebruikt om potplanten in een vertical farm terug te snoeien.'
Walnoten of amandelen
En het land? Slob: 'Met 1 hectare vertical farm kunnen we 20 hectare grasland verrijken met walnoten. We denken daarnaast aan amandelen die we voor de kaas kunnen gebruiken. Misschien kunnen we met amandelmelk wel veganistische kaas maken.'
De ondernemer kijkt zakelijk en bedrijfsmatig naar de mogelijkheden, maar ziet ook de andere waarden. 'We kunnen hiermee significant iets doen aan de teruggang van insecten en vogels. Hiermee draag je bij aan biodiversiteit en door minder methaan uit te stoten ook aan verbetering van het klimaat. Ik vind dat belangrijk en denk dat we daar als sector een verantwoordelijkheid in hebben.'

Bedrijfsgegevens
Anne, Wouter, Fokke en Cees Slob runnen samen een melkveebedrijf en een kaasmakerij in het Zuid-Hollandse Giessenburg. Ze hebben 93 hectare land en 180 melkkoeien. Die produceren 2 miljoen kilo melk per jaar met 4,55 procent vet en 3,50 procent eiwit. In de kaasmakerij wordt jaarlijks 900.000 kilo kaas gemaakt. Bij het bedrijf werken ongeveer 35 medewerkers: twee op het melkveebedrijf, de rest in de kaasmakerij.Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners



Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
John Deere Zitmaaier / tuintrekker X167 (WCH) #60943
Gebruikt, € 5.247
-
John Deere Zitmaaier / tuintrekker X127 (SB) #691836
Gebruikt, € 3.950
-
Kverneland Cultivator (geen schijveneg) Enduro (HA) #24505
Gebruikt, P.O.A.
-
Deutz-Fahr DX 4.30 trekker 2WD
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Campagne Marketeer
LTO Bedrijven - Wageningen, Nederland
Projectmedewerker biodiversiteit
Agrarische Natuurvereniging Oost Groningen - Vlagtwedde, Westerwolde
Medewerker Agrarisch Natuurbeheer
Agrarische Natuurvereniging Oost Groningen - Vlagtwedde, Westerwolde
Toezichthouder Stikstof
Recruitment Marketeers - NL
Weer
-
Donderdag23° / 16°70 %
-
Vrijdag24° / 15°5 %
-
Zaterdag25° / 15°0 %