'We kijken of koe via speciale stalinrichting naar het kalf toe kan gaan'

Hoewel het bedrijf van Klein Koerkamp verre van gemiddeld is, zoekt hij met zijn idee Cownection voor de Dutch Dairy Challenge een oplossing die breed toepasbaar is in de melkveehouderij. Zelf heeft hij een biologisch bedrijf met zo'n vijftig melkkoeien, voornamelijk Fleckvieh. De koeien worden gehouden in een ronde vrijlevenstal, een potstal met stro op zand. De kalveren worden op een andere locatie, in Lettele, gehouden.

'Onze boerderij is echt gericht op het ontvangen van gasten. Maar dan krijg je dus ook heel veel vragen', vertelt Klein Koerkamp. 'We zitten op zo'n 600 meter van de stad Deventer. Bezoekers vragen onder meer wat het inhoudt dat we biologisch zijn. Ze kunnen wel zien dat wij een ander stalsysteem hebben. Ook zijn er veel vragen over de kalveren. Daar hebben mensen een bepaald idee bij. We proberen dit zo goed mogelijk uit te leggen.'

Tegelijkertijd is er een politieke discussie over en wordt bijvoorbeeld gewerkt aan het Convenant dierwaardige veehouderij. 'Kalf bij de koe is een thema dat gaat over de toekomst van de melkveehouderij. Daar willen we iets op bedenken dat werkbaar is op ons bedrijf en vele andere bedrijven.'

Aanvankelijk dacht de ondernemer aan een pleegkoe, waar de stal ook op zou moeten worden aangepast. Dat is een koe uit de kudde die meerdere kalveren van melk voorziet. Van dat idee is hij afgestapt nu hij met meerdere deskundigen heeft gesproken, zoals dierenartsen die naar diergezondheid kijken en melkpoederfabrikanten die veel van de voedingswaarde van melk weten.

'Je gaat uit van een ideaalbeeld, maar wilt uiteindelijk naar een universeel systeem dat zowel maatschappelijk als economisch goed werkt. Een pleegkoe geeft te veel onzekerheid over de nutritionele samenstelling van de melk. Het is te onzeker of het goed werkt', legt Klein Koerkamp uit.

Daarom wordt nu gekeken of het mogelijk is om via stalinrichting koeien en kalveren in contact te brengen, maar de kalveren niet te laten drinken bij de koe. 'Dan is er wel de sociale interactie die goed en gewenst is, maar houden we grip op de groei en gezondheid van de dieren. We houden het kalf niet bij de koe, maar de koe kan naar het kalf toe gaan.'

Vooralsnog denkt de melkveehouder aan een systeem dat wordt ontwikkeld voor groepen van vijftig koeien en opschaalbaar is voor grotere bedrijven. 'Het moet vooral een praktische oplossing worden voor de melkveehouderij in Nederland. Gericht op gezonde dieren en dat voldoet aan de maatschappelijke vraag. Hopelijk kunnen we dat doorontwikkelen als we de Dutch Dairy Challenge winnen.'