'Convenant dierwaardige veehouderij is beste optie voor veehouder'

Demissionair landbouwminister Femke Wiersma is eenzelfde mening toegedaan. 'De bestuurders van de deelnemende partijen hebben hun nek uitgestoken. Dat geldt voor de partijen uit de agrarische sector, maar ook voor bijvoorbeeld de Dierenbescherming. Het zijn uitersten die bij elkaar zijn gekomen. Daar mogen we trots op zijn.'

Tegelijkertijd erkent de minister dat er onder veehouders zorgen zijn over de haalbaarheid van de afspraken. 'Er ligt een stevige ambitie. Ik snap dit dit convenant weerstand kan geven. Maar we zullen niet het onmogelijke vragen van ondernemers. Ik denk dat als we over veertig jaar terugkijken, we zullen zeggen dat dit een goed besluit is geweest.'

De afspraken in het convenant 'Stappen naar een dierwaardige veehouderij' behelzen onder meer: koeien vaker in de wei, meer ruimte en rustplaatsen voor pluimvee en biggen langer bij de zeug. Richting 2040 wordt stapsgewijs gewerkt aan dit doel. Daarbij wordt nadrukkelijk gekeken naar een goed verdienmodel voor boeren en ruimte binnen vergunningen. De nieuwe Autoriteit Dierwaardige Veehouderij monitort en rapporteert over de voortgang.

Het convenant sluit nauw aan op de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) 'Dierwaardige Veehouderij 2040', die door Wiersma is opengesteld voor een publieke internetconsultatie. Hierin staat beschreven hoe melkvee, kalveren, varkens en kippen op een dierwaardige manier kunnen worden gehouden.

Wetgeving

De AMvB geldt als de wettelijke verankering van het convenant. 'Zonder wetgeving kan het convenant niet worden uitgevoerd', zegt de minister. De AMvB ligt ter consultatie. Daarna moet de Tweede Kamer er een definitief oordeel over vellen. Wiersma heeft er vertrouwen in dat de Kamer het besluit niet doorschuift naar een nieuw kabinet. 'Ik verwacht dat de Tweede Kamer inziet dat dit een intensief traject is geweest voor alle betrokken en dat ook zal respecteert.'

Voor veehouders biedt het convenant duidelijkheid. De pluimvee- en varkenssector hebben hiervoor een plan van aanpak met duidelijke doelen en termijnen, de melkveesector heeft een routekaart en de kalverhouderij heeft een intentieverklaring met tijdspad. De minister benadrukt dat de stappen haalbaar en betaalbaar moeten zijn voor veehouders.

Ook voorzitter Linda Verriet van de Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV) vindt dat een randvoorwaarde. 'De investeringen moeten door de markt worden betaald. Zolang de vergunningverlening op slot zit, kunnen we geen nieuwe stallen bouwen. Dat maakt het best ingewikkeld.'

Invloed op traject

Toch is het ondertekenen van het convenant volgens voorzitter Kees de Jong van de vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP de beste optie voor alle veehouders. 'Daardoor hebben we invloed op het traject dat komen gaat. We gaan met alle partijen in overleg over wat wel en niet kan. Neem je geen deel dan kun je niet meepraten over je eigen toekomst en wordt er voor jou beslist.'

Het convenant biedt belangrijke randvoorwaarden De toekomstige ontwikkelingen op het gebied van dierwaardigheid moeten betaalbaar blijven. Dat geldt niet alleen voor veehouders, maar ook voor de industrie, de retail en de consument. 'Niemand kan leven van verlies. Als er een moordende concurrentie is door aanbod vanuit Zuid-Amerika (Mercosur) of vanuit bijvoorbeeld Oekraïne dan moet daar rekening mee worden gehouden.'

Meerprijs

Algemeen directeur Marc Jansen van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) beaamt dat de markt een taak heeft. 'We zien wat de afspraken uit het convenant doen met de kosten. Die kan de boer niet alleen dragen. Daarom is het belangrijk dat wij als afnemende partij onze verantwoordelijkheid nemen. We zijn blij dat ook de levensmiddelenindustrie (FNLI) en de COV (vleessector) meedoen.'

Vanwege de consequenties voor de kostprijs vinden De Jong en Verriet de Autoriteit Dierwaardige Veehouderij een belangrijk onderdeel van het convenant. Deze onafhankelijke autoriteit zal steeds de vooruitgang monitoren en beoordelen of een stap naar een volgend niveau van dierwaardigheid haalbaar is. Voordat zo'n stap wordt gezet, kan iedere partij die het convenant heeft ondertekend, bij de Autoriteit Dierwaardige Veehouderij zijn standpunten inleveren. De autoriteit zal beoordelen wat dan al dan niet haalbaar is.

Het Convenant dierwaardige veehouderij is ondertekend door demissionair landbouwminister Femke Wiersma, LTO Nederland, Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK), Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV), vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP, Centrale Organisatie voor Broedeieren en Kuikens (COBK), Algemene Nederlandse Vereniging van Eierhandelaren en Eiproductfabrikanten (Anevei), Dutch Dairymen Board (DDB), LTO-vakgroep Melkveehouderij, Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO), ZuivelNL, Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV), Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI), Dierenbescherming en Caring Farmers.