Biodynamische boer: vooroplopen met vee door altijd klantgericht te boeren

Een kwart eeuw is Jan Wieringa boer. In zijn biodynamische, gemengde bedrijf in het Gelderse Heelsum vervullen de 150 blaarkoppen, die zuivel en vlees leveren, een centrale rol. De kalveren blijven de eerste maanden bij hun moeder of krijgen een pleegmoeder. Een noviteit is de komst van werkpaarden.

Biodynamische+boer%3A+vooroplopen+met+vee+door+altijd+klantgericht+te+boeren
© Michiel Elands

Vanuit het hoge kantoor, midden op het erf, is optimaal zicht op de ligboxenstal. Zowel de spanten onder het lichtdoorlatende dak als de houten boxafscheidingen springen in het oog. Naast de twee rijen ligboxen met daarin de melkkoeien, is een handjevol open ruimtes afgezet met hekken voor groepjes kalveren van verschillende leeftijden. In de stal staan de blaarkoppen en het jongvee bij elkaar, met kalfjes die rusten in een diepe laag stro of knabbelen aan het ruwvoer dat achter het lage voerhek ligt.

Het v-vormige dak doet denken aan een tuinbouwkas, met overal dakvensters die open kunnen. 'Vijf jaar lang hebben we hier 's zomers tomaten, komkommers, aubergines en paprika's geteeld, als de koeien buiten stonden', verduidelijkt Jan Wieringa. 'Helaas kon dit vanwege het korte groeiseizoen financieel niet uit. En dus is onze kasstal nu weer gewoon een stal. Niet alle innovaties zijn succesvol, maar als je niets probeert, weet je ook niets.'


Leidraad

Continu manieren zoeken om de bedrijfsvoering te verbeteren kenmerkt het boerenbedrijf Veld en Beek. De visie is daarbij de leidraad: 'De kortste weg naar een schone, diervriendelijke en levendige aarde.' Kunstmest of chemische gewasbeschermingsmiddelen zijn taboe. De mest is de vruchtbare basis voor de groenteteelt en akkerbouw.

De natuurlijk gezoogde kalveren groeien als kool en zijn weinig ziek, en het kost ons weinig arbeid

Jan Wieringa, agrarisch ondernemer in Heelsum

De runderen hebben volop ruimte, zowel in de stal als in de wei of op de 300 hectare natuurgronden. Daarnaast krijgen houtige gewassen de ruimte tussen de akkers en weilanden op de huiskavel, met agroforestry. 'De akkers en weiden produceren nu meer en de koeien hebben schaduw', aldus Wieringa.


Trouwe klanten

Veld en Beek heeft een trouwe schare klanten in de weide omgeving. Zelfbedieningswinkels staan in Wageningen, Renkum, Bennekom, Oosterbeek en op de boerderij. Klanten kunnen hun aankopen via de app registreren. Aan het eind van de maand rekent iedereen af via automatische incasso. De contributie is 7,50 euro per jaar.

'Iedereen heeft de sleutel van de winkeltjes en kan altijd naar binnen. Alles gaat in goed vertrouwen', glimlacht Wieringa, terugverwijzend naar berichtgeving over de toename van winkeldiefstal bij supermarkten.


Elf ondernemers

Welgeteld elf ondernemers houden de biodynamische boerderij, inclusief het eigen zuivelen en de verkoop, draaiende. Gebouwen en bedrijfsmiddelen zijn in handen van Wieringa en een compagnon en de anderen kunnen zonder inleg van kapitaal meeboeren. De winst wordt onderling verdeeld. 'We verdienen allemaal een boterham en doen wat we leuk en goed vinden', zegt de voormalige directeur van het huidige Bionext.

Doen wat de klant wil, is de bedrijfsfilosofie. Door vier keer per jaar een open dag te houden, hebben de ondernemers een aardig beeld van wie de afnemers zijn. Wieringa typeert hen als milieubewust en liefhebbers van lekker en lokaal eten. Ze willen weinig verpakkingsmateriaal en niets verspillen. 'Ze komen uit alle lagen van de bevolking, vertegenwoordigen alle leeftijdscategorieën en zien duurzaamheid als een vanzelfsprekendheid.'


Kwaliteit boven prijs

De huisverkoop is ooit met een marktonderzoek begonnen. Vierhonderd omwonenden kregen de vraag of ze klant zouden willen worden van de boerderij. Tachtig van hen reageerden positief. Wieringa: 'In een regio met meer dan 150.000 inwoners was de rekensom snel gemaakt en zo konden we jaar in jaar uit groeien.'

Het is volgens de ondernemer een misvatting dat alle consumenten voor de laagste prijs gaan. '60 procent waarschijnlijk wel en de andere 40 procent, dit zijn ook de A-merkconsumenten, gaan voor kwaliteit', analyseert hij. 'Op die laatste doelgroep richten wij ons dus. Wij zijn als boeren geneigd onze producten voor bodemprijzen te verkopen. Dat vind ik grote onzin. Dan doen we hetzelfde als wat we de supermarkten verwijten. Des te hoger de prijs, des te hoger de perceptie van de kwaliteit.'

De coronacrisis zorgde voor lucratieve jaren voor de boerderij en de naweeën pakken nog altijd positief uit. 'Vlees van de ossen is niet aan te slepen. Klanten hebben ontdekt dat ze hier de kwaliteit kunnen kopen die opweegt tegen wat ze in een restaurant krijgen voorgeschoteld. Een liter melk kost hier 2,50 en die prijs stijgt ook gewoon mee met de inflatie', zegt de melkveehouder.


De prijs van kwaliteit

'We leveren kwaliteit en dat heeft een hogere prijs. Daar moeten we als boeren gezamenlijk op inzetten, of je nu gangbaar of biologisch bent.' Luisteren naar de klant is wat Wieringa al zijn hele boerenleven doet.

De ondernemer stelt een reeks vragen waarop het antwoord zich laat raden: 'Wil de consument melk uit gras of melk uit krachtvoer? Uit een wei met twee soorten grassen of met dertig soorten grassen, klavers en kruiden? Kunnen wij beter de melk bij een hoge temperatuur pasteuriseren of juist bij een wat lagere, zodat de smaak behouden blijft?'

Omdat klanten steevast vroegen waarom de kalfjes niet bij de moeder stonden, is Wieringa al 23 jaar aan het uitvogelen hoe dat het beste kan. Het eerste jaar was geen succes; de kalveren, niet gewend aan hun verzorgers en werden onhandelbaar. 'Dat betekende in de praktijk dat het onmogelijk was ze vast te zetten en behandelen als ze later als melkkoe bijvoorbeeld klauwproblemen hadden', legt de veehouder uit. 'Nu geven we de kalveren aandacht door ze iedere keer even een aai over de bol te geven als we door de wei of stal lopen.'


Koekalf bij eigen moeder

Na vele jaren leergeld te hebben betaald, draait er een uitgekiend systeem met meerdere mogelijkheden. Wieringa: 'De koekalveren blijven bij hun eigen moeder, tenzij de moeder een vaars is die eerst moet leren de melk in de melkput aan de boer te geven. Als ze ook nog melk aan hun kalf moeten geven, raken ze in verwarring en geven ze niets meer in de melkput.' De kalveren van vaarzen krijgen dus een pleegmoeder.


Jaren experimenteren leverde een uitgekiend systeem met meerdere mogelijkheden op om het kalf bij de koe te houden.
Jaren experimenteren leverde een uitgekiend systeem met meerdere mogelijkheden op om het kalf bij de koe te houden. © Michiel Elands

Aan het eind van de lactatie krijgen pleegmoeders, afhankelijk van de melkgift, een aantal kalveren bij zich. Zo heeft ieder jong dier genoeg te drinken. Voorwaarde is voldoende stalruimte en dan stapelen de voordelen zich op, zo is de ervaring bij Veld en Beek. 'De natuurlijk gezoogde kalveren groeien als kool en zijn weinig ziek, het kost ons weinig arbeid en wijzelf én de klanten waarderen het. De kalveren krijgen zo vaak ze willen melk en altijd op de juiste temperatuur', geeft de melkveehouder aan.

Het scheiden van koe en kalf blijft altijd lastig, maar Wieringa heeft ook het positieve effect van moederliefde ervaren. 'Een beetje een sullig kalf heb ik met een aantal andere kalveren bij de eigen moeder gezoogd. Het dronk altijd als laatste en dus het minste, maar kreeg wel alle aandacht van de moeder en groeide harder dan de andere drie kalveren.'


Productieverlies

Het productieverlies door de kalveren bij de koe te laten, is volgens de boer te overzien. Het gemiddelde van de blaarkoppen, in combinatie met weinig krachtvoer, schommelt tussen de 5.000 en 6.000 liter melk op jaarbasis. 'En als de vitale kalveren meer melk gaan geven tijdens de latere lactaties, verdienen we de melk die we hebben gegeven wel weer terug.'

Bij de stierkalveren, die een pleegmoeder delen en later als os de hei op gaan, blijft de snelle jeugdgroei uit. 'Ze krijgen ook niet zoveel melk als wanneer ze bij hun eigen moeder hadden gedronken', vertelt Wieringa.

Naast de blaarkoppen in de stal, grazen vier Noord-Zweedse trekpaarden op het bedrijf. De twee veulens staan apart en worden de komende jaren klaargestoomd voor werkzaamheden op en rond het bedrijf, zoals ploegen of transport.


Zweedse paarden worden geleerd werkzaamheden te verrichten op de boerderij.
Zweedse paarden worden geleerd werkzaamheden te verrichten op de boerderij. © Michiel Elands

'Misschien klinkt het 'geitenwollensokkerig'; wij zien het zeker niet als een stap terug in de tijd, maar juist als innovatie', stelt Wieringa. 'We zoeken een duurzaam alternatief voor het gebruik van fossiele brandstof of biodiesel. Misschien lukt het, misschien zijn we te optimistisch.'

De 62-jarige boer, opgegroeid in de stad, herinnert zich hoe zijn grootvader op zijn boerderij bijna alles met paarden deed. 'In deze tijd is er nog maar een handjevol boeren dat paarden inzet voor het werk. Het zal een gigantische uitdaging worden, waarvan we over tien jaar weten hoe het heeft uitgepakt. Net als elke boer blijven ook wij continu sleutelen aan de ideale bedrijfsvoering. In ons geval sleutelen we wat extra met trekpaarden en kalveren bij de koe.'


Jan Wieringa
Jan Wieringa © Michiel Elands


Bedrijfsgegevens

Naam: Jan Wieringa (62) Woonplaats: Heelsum (GD) Bedrijf: veeteelt, akkerbouw, tuinbouw, zuivelverwerking, fruitteelt, en vijf eigen winkels Grootte: 50 hectare kruidenrijk grasland, 45 hectare akkerbouw, 2 hectare tuinbouw en 300 hectare natuurbegrazing. Boerderij Veld en Beek verkoopt zuivel, groente, fruit, vlees en brood aan ongeveer 3.400 klanten. Blaarkoppen verteren klaver goed en passen volgens Wieringa daarom prima in de bedrijfsvoering.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 10°
    50 %
  • Maandag
    17° / 6°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 10°
    60 %
Meer weer