Randstedelijke Rekenkamer: doelen provincies in transitie onduidelijk

De Randstedelijke Rekenkamer onderzocht welke bijdragen Utrecht, Flevoland, Noord- en ZuidHolland leveren aan de landbouw- en voedseltransitie en wat de provincies daarin van elkaar kunnen leren. De Statencommissie Ruimte, Groen, Water en Wonen van provincie Utrecht vergaderde woensdag over de aanbevelingen uit het rapport.

Volgens de rekenkamer is het onduidelijk in welke mate de doelen worden bereikt en in hoeverre de activiteiten van de provincies bijdragen aan de transitie. Het samenwerkingsverband maakt hierbij wel de kanttekening dat de provincies de transitie niet zelfstandig kunnen bewerkstelligen en ook afhankelijk zijn van andere partijen.

Multi-interpretabel

Het beleid van Flevoland betreft niet specifiek transitiebeleid, oordeelt de Randstedelijke Rekenkamer. Het is multi-interpretabel, doelstellingen en activiteiten zijn onvoldoende geconcretiseerd.

De documenten van provincie Utrecht hangen logisch met elkaar samen, vindt de Randstedelijke Rekenkamer. 'Maar op verschillende punten heeft het beleid onvoldoende duidelijkheid. Het is niet expliciet gemaakt hoe de verschillende activiteiten moeten leiden tot de gewenste transitie.'

Concreet en doordacht

Noord-Holland koos ervoor om beleid specifiek op voedseltransitie te maken. Het is concreet en doordacht beschreven, vindt de rekenkamer. Lastiger is hoe groot de bijdrage van de provincie aan de transitie is, omdat er beperkt inzicht is hoe de activiteiten bijdragen. De vergelijking met andere provincies laat zien dat meer nodig is aan capaciteiten, middelen en activiteiten om een daadwerkelijke transitie te bereiken, stelt de rekenkamer.

Ook in Zuid-Holland is het lastig te zeggen hoe groot de bijdrage is in de transitie, vindt de rekenkamer. Er is beperkt inzicht hoe de uitgevoerde activiteiten bijdragen, doordat de ambities onvoldoende zijn geconcretiseerd en de doelen niet voldoende zijn uitgewerkt. De evaluaties van de werking van het beleid zijn beperkt en er is nog geen passende monitoring.

Meerdere provincies gaan de landbouw- en voedseltransitie inzichtelijker maken, reageren ze op de aanbevelingen.