Wet voor transitiefonds officieel naar Tweede Kamer

Het fonds omvatte eerst 25 miljard euro, maar dat werd teruggebracht naar 24 miljard euro als gevolg van bezuinigingen in de voorjaarsnota. De miljarden zijn bestemd voor de gebiedsaanpak, opkoopregelingen en innovatiesubsidies, waarmee de stikstof en klimaatbelasting van de landbouw op natuur en milieu moet worden teruggedrongen. De looptijd van het fonds is gesteld tot 2035.

De middelen worden uitgegeven via een zogenaamd begrotingsfonds. Het kabinet wil hiermee ook maatregelen financieren die bijdragen aan het beschermen en ontwikkelen van de natuur en het tijdig voldoen aan de Kaderrichtlijn Water.

Daarnaast is de verduurzaming van de landbouw een doel van het fonds, omdat die transitie een randvoorwaarde is voor het realiseren van de andere doelen van het fonds. De minister voor Natuur en Stikstof gaat het fonds beheren. Die beoordeelt de aanvragen voor het fonds. In het wetsvoorstel zijn criteria opgenomen die meegenomen moeten worden in de beoordeling.

Toezicht parlement

Medeoverheden als provincies, gemeenten en waterschappen kunnen voorstellen gaan indienen, net als het Rijk. Het parlement houdt toezicht dat het geld op een goede manier wordt besteed en bepaalt mede hoe middelen worden gebruikt.

Het transitiefonds wordt pas operationeel, als het parlement de instellingswet heeft aangenomen. Naar verwachting is dat vanaf 1 januari 2024. Het kabinet heeft eerder al besloten om een deel van de middelen in 2022 en 2023 beschikbaar te stellen voor maatregelen die nu al uitgevoerd kunnen worden.