Boer en tuinder staan aan de vooravond van nieuwe tijden

Het is onrustig in de land- en tuinbouw. Dat is niet uniek, roerige en moeilijke momenten zijn van alle tijden. Alleen gaat de periode die de agrarische sector nu doormaakt een stap verder: boeren en tuinders staan aan de vooravond van een ingrijpende transitie.

Boer+en+tuinder+staan+aan+de+vooravond+van+nieuwe+tijden
© Kees Muizelaar

Neem overstromingen, dier- en plantenziektes of misoogsten. Ze zijn er altijd geweest, net zoals oorlogen of politieke omwentelingen. Het waren vaak beslissende momenten in de levens van boeren en tuinders: kan ik wel verder met mijn bedrijf? De geschiedenis leert dat dit in de meeste gevallen wel lukte.

De situatie van dit moment doet er een schepje bovenop. Stikstofcrisis, exploderende energie- en grondstofprijzen, klimaatadaptatie, een stapeling van telkens nieuwe regelgeving. De uitdagingen waar de agrarische sector tegelijk voor aan de lat staat, zijn talrijk. Terwijl het beeld waar het naartoe moet voorlopig nog grotendeels in nevelen is gehuld. Dat geeft onzekerheid, onrust en een breed gevoel van machteloosheid.

Kijkend naar de complexe problematiek waarvoor de agrarische sector zich momenteel gesteld ziet, is er niet alleen sprake van roerige tijden, maar van een echte transitie. En volgens historici zijn dergelijke transities maar op de vingers van één hand te tellen.

We zijn nu al bezig met het instrumentarium, terwijl de analyse nog moet komen

André Hoogendijk, directeur van BO Akkerbouw en historicus

Graancrisis

'Grote veranderingen of transities komen met name voort uit ingrepen van de overheid', zegt landbouwhistoricus Piet van Cruyningen van Wageningen University & Research. 'Neem de eerste grote crisis in onze landbouwgeschiedenis: de graancrisis van 1880. Graanimport uit de Verenigde Staten verstoort de Europese graanmarkten, geholpen door de opkomst van de spoorlijnen en de stoomscheepvaart. Gevolg was dat de graanprijzen instortten.'


Daarvoor zorgde de import van goedkoop katoen uit de Verenigde Staten ervoor dat de wolindustrie implodeerde. De opkomst van margarine in Frankrijk had weer gevolgen voor de boterprijs. Van Cruyningen: 'Landen moesten keuzes maken hoe daarop te reageren. Groot-Brittannië deed niks, Frankrijk en Duitsland gooiden de grenzen dicht.'


Ingrijpen

Nederland zat er met zijn reactie een beetje tussenin. André Hoogendijk, directeur van BO Akkerbouw en tevens historicus, memoreert hoe de overheid toen voor het eerst de noodzaak voelde om in te grijpen in de landbouw. 'In tegenstelling tot andere Europese landen, koos men niet voor protectionistische maatregelen. De overheid zette in op de productie en export van hoogwaardige, onderscheidende producten met toen al toegevoegde waarde: kaas, bloembollen en vlees.'

Dat kon alleen als daar de benodigde structuur en instrumenten bij werden ontwikkeld. In deze periode werd dan ook de basis gelegd voor het zogeheten OVO-drieluik van agrarisch onderwijs, voorlichting en onderzoek. Coöperaties en boerenleenbanken konden onder dit gesternte tot wasdom komen, de opkomende standsorganisaties zorgden voor draagvlak. Een raamwerk dat nu nog deels bestaat.


Tweede transitie

Een tweede ingrijpende transitie volgde in 1968, toen de Europese landbouwcommissaris Sicco Mansholt zijn 'Memorandum Landbouw 1980' introduceerde voor de toenmalige Europese Economische Gemeenschap. Met daarin opnieuw een structuurverandering van de landbouw.

Uitgangspunten waren marktevenwicht, geen overproductie en gelijkschakeling van het boereninkomen aan het inkomen van middenstanders. Mansholt pleitte voor meer efficiency, rationalisatie, modernisering en schaalvergroting van de landbouw. Het betekende ook dat de helft van de boeren zou moeten stoppen. En dat 5 miljoen hectare landbouwgrond uit productie zou worden genomen om overproductie tegen te gaan, wat uiteindelijk niet gebeurde. Wel kwam er een stopperspremie, de kleineboerenregeling. Voor de blijvers waren er studiebeurzen.


Protesten

Hoogendijk: 'Het was een groot en ingrijpend plan dat leidde tot enorme protesten van tienduizenden boeren in heel Europa. Het was in heftigheid zeker zo erg als nu, misschien wel erger. Er viel zelfs een dode bij.' Maar het roer ging wel om.

Volgens Hoogendijk wordt de huidige crisis veroorzaakt door het bereiken van de milieugrenzen. Voeg daarbij de Europese verplichtingen op het gebied van klimaat en water en de oorlog in Oekraïne en de complexiteit is duidelijk. Toch vindt Hoogendijk deze periode niet heftiger dan voorgaande crises, al wordt deze momenteel wel zo ervaren.


Duidelijk plan ontbreekt

Wat er dan anders is? In tegenstelling tot de staatscommissie die in 1886 met een duidelijk antwoord op de landbouwcrisis kwam en de plannen van Mansholt in 1968, ontbreekt het volgens Hoogendijk anno 2022 aan een duidelijk plan.

'Het interessante is dat de overheid eind negentiende eeuw en in 1968 in beide gevallen heel gestructureerd te werk ging. Er werden een analyse en duidelijke keuzes gemaakt, plus een heel instrumentarium hoe je daar dan moest komen. Je zou de agrarische sector van tegenwoordig een dergelijke aanpak gunnen. We zijn nu al bezig met het instrumentarium, terwijl de analyse nog moet komen. Zo roepen we over kringlooplandbouw, maar weten we niet of dat is gebaseerd op een wens of een analyse', legt Hoogendijk uit.


Navelstaren

Vraag is volgens de historicus ook hoe de ondernemers in de toekomst hun geld moeten gaan verdienen. 'Er is geen visie over welke rol de Nederlandse land- en tuinbouw moet spelen op de interne markt van 27 Europese landen. Het is navelstaren op de eigen Nederlandse postzegel.'

Ook universitair docent Harm Zwarts aan de Rijksuniversiteit Groningen vindt het cru om te zien wat er nu gaande is. 'De agrarische sector zit in het verdomhoekje, terwijl het een product is van waar het beleid tijdens de grote graancrisis en de Mansholt-periode op was gericht: exporteren, efficiënter, intensiever en grootschaliger worden. Ik noem dat de padafhankelijkheid van de agrarische sector. Er is een weg ingeslagen waar je maar moeilijk van afkomt.'


Systeemverandering

Innovatie gaat het nu niet alleen oplossen, stelt Zwarts onomwonden. 'Er is opnieuw een systeemverandering nodig. Tegelijk kun je ook stellen dat de huidige problemen veel complexer zijn dan toen. Wat dat betreft snap ik de woede onder agrariërs heel goed. Het ging hen goed omdat het hen is gelukt als sector sterk en competitief te worden.'

Erfcoach Jan Olaf Tjabringa komt bij tientallen Overijsselse agrariërs thuis om hen te ondersteunen in hun transitie. Hij ziet dat boeren en tuinders ervaren dat het bestaansrecht van hun bedrijven op het spel staat, terwijl ze daar als ondernemer zelf steeds minder invloed op hebben.


Claim

'De overheid legt tegenwoordig een enorme claim op de sector. Stelt voorwaarden waardoor de toekomst van het bedrijf deels door een andere partij wordt bepaald. Je hebt het niet meer in eigen hand, je kunt je bedrijf niet voortzetten zoals je zelf wilt. Dat raakt de kern van het ondernemerschap', zegt de erfcoach.

Tjabringa stelt ook vast dat het ontbreken van een visie over waar het naartoe moet voor veel onzekerheid zorgt. Het overzicht is volgens hem zoek, de situatie zeer complex. 'Ik verbaas me over hoeveel onderwerpen het agrarische erf raken. En hoe we als maatschappij denken dat we dat allemaal aan de keukentafel bij de boer kunnen oplossen.'


Transitie kost tijd

Wat boeren ook voor ogen moeten houden, is dat de roerige tijden nog wel even voortduren. De genoemde voorbeelden van de landbouwcrisis en de periode Mansholt laten zien dat een transitie niet alleen ingrijpend is, maar ook veel tijd kost.

Hoogendijk: 'Die commissie uit 1886 heeft er vijf jaar over gedaan om met plannen en een bijbehorende uitwerking te komen. En pas na vier jaar vergaderen werden definitieve knopen doorgehakt over de plannen van Mansholt. De uitvoering moest daarna nog komen. We zitten nu zo'n drie jaar na de PAS-uitspraak en sinds dit jaar in een energiecrisis. In het licht van de geschiedenis zal het nog wel even duren voordat we uit de huidige problemen komen.'


Zoek verbinding met anderen

Psycholoog Marleen Derks, initiatiefnemer van piekerpoli.nl, woont sinds een jaar 'tussen de boeren' op de Veluwe en begeleidt mensen met stressklachten. 'Het boerenbestaan is een hard bestaan. Je moet vooral heel veel zelf doen. Logisch dus dat boeren en tuinders piekeren en emoties gaan opspelen.' Derks' advies om de druk te verlichten: 'Zoek de verbinding met anderen en praat over je emoties. Het sociale is belangrijk voor ieders functioneren, net zoals het in de gaten houden van je gezondheid. Als eenling kun je ook bezielde dingen doen en blijf vooral de dingen doen die je fijn vindt.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 1°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / -1°
    20 %
Meer weer