Geen zestienwekentermijn bij dierziekte

Pluimveehouders met vrije-uitloopeieren hebben voor het tweede jaar op rij te maken met een ophokplicht die langer duurt dan zestien weken. Hierdoor worden de eieren afgewaardeerd tot scharreleieren. Daardoor verliezen ze meerdere eurocenten per ei en kunnen ze de flinke investering in de vrije-uitloop niet terugverdienen.

Daarom is dit voorjaar bij de Europese Commissie al een oproep gedaan tot aanpassing van de zestienwekennorm door Europarlementariërs Annie Schreijer-Pierik (CDA), Bert-Jan Ruissen (SGP), Jan Huitema (VVD) en Tom Vandenkendelaere (CD&V).

Oplossing in zicht

In de vergadering van 10 mei stond het onderwerp opnieuw op de agenda. Adjunct directeur-generaal Michael Scannel van DG Agri maakte bekend dat er nu wel een oplossing in zicht is. De Europese Commissie wil de vrije uitloop op één punt gelijkschakelen met de biologische wetgeving.

Als de landelijke overheid een ophokplicht instelt vanwege een dierziekte, geldt de zestienwekennorm niet. Een maatregel waar LTO/NOP ook al lang voor pleit. Vrije-uitloopeieren hoeven dan dus niet te worden afgewaardeerd naar scharreleieren. Deze regel zou dan ook gaan gelden voor bijvoorbeeld een vrije uitloop van varkens.

De verandering gebeurt niet op korte termijn, maar wordt meegenomen bij de grootschalige aanpassing van meerdere handelsnormen die later dit jaar op stapel staat.