Agrico houdt vast aan de klassieke veredeling

'Het was een lastig groeiseizoen met veel ziektedruk', stelt Van Hoogen. 'We moeten er eerlijk over zijn dat de teeltresultaten van sommige aardappelrassen met resistenties tegen phytophthora dit jaar tegenvallen. Maar we hebben dit ook wel zien aankomen, het is duidelijk dat resistentie op basis van één gen meer risico op doorbraak geeft. Een volgende stap is nu om de resistentiegenen te stapelen, daar zijn we volop mee bezig.'

Voor alle aardappelsegmenten heeft Agrico 'Next Generation'-rassen beschikbaar met resistentie tegen phytophthora. Van Hoogen wijst erop dat deze resistentie niet alleen interessant is voor de biologische aardappelteelt. 'Ook gangbare telers zien de meerwaarde. Het grote voordeel is dat ze fors kunnen besparen op hun middelengebruik.'

Bij het inkruisen van de resistentiegenen maakt Agrico alleen gebruik van klassieke veredelingstechnieken. 'We kunnen nog steeds goed meekomen met onze rassen', vindt Van Hoogen.

Geen genetische modificatie

Op de eigen website meldt Agrico niks te doen met technieken die worden geassocieerd met genetische modificatie. Wel heeft Agrico Research in Emmeloord faciliteiten voor merkergestuurde veredeling om sneller te kunnen beoordelen of nieuwe variëteiten beschikken over de gewenste eigenschappen.

'Als coöperatie hebben we een duidelijk beleid dat we het geld van onze leden niet gebruiken voor technieken die niet officieel zijn toegelaten. Daaronder valt ook Crispr-Cas, wat ons betreft. Wij hebben de indruk dat deze techniek behoorlijk wordt gehypet en dat het lastig gaat worden daarvoor voldoende politiek draagvlak te krijgen', verklaart de Agrico-directeur.

Op de vraag of hij niet bang is dat Agrico een achterstand oploopt ten opzichte van andere veredelingsbedrijven, mocht de techniek alsnog worden toegestaan, antwoordt Van Hoogen: 'Ja dat risico bestaat. Als het zover is, zullen we de techniek en de kennis daarover moeten inkopen.'

Diploïde veredeling

Tot slot gaat Van Hoogen nog in op de vermeerdering van aardappelen uit zaad en de veredeling van diploïde aardappelrassen. Ook in deze ontwikkeling is de aardappelcoöperatie nog terughoudend.

'Van collega-bedrijven zien we dat fors wordt geïnvesteerd in de hybrideveredeling van aardappelen. Volgens ons is dat bij aardappel behoorlijk gecompliceerd en zien we nog weinig meerwaarde. Zelf hebben we al zo'n dertig jaar ervaring met een diploïde veredelingsprogramma. We kennen de potentie van diploïde rassen en weten dus ook dat het lastig is hiermee het productieniveau van tetraploïde aardappelen te evenaren.'