Britse boer heeft weinig vertrouwen in de toekomst

Britse boeren spraken na het brexitreferendum hun vrees uit over het vertrek van Groot-Brittannië uit de Europese Unie. Ze hadden zorgen over de marktprijzen en exportmogelijkheden. Drie maanden na de brexit is het vertrouwen van Britse boeren in de toekomst nog altijd niet groot.

Britse+boer+heeft+weinig+vertrouwen+in+de+toekomst
© René Bouwmeester

Nee, Britse boeren zijn in de eerste drie maanden van het jaar niet massaal aan de bedelstaf geraakt, zegt Philip Hambling. Bij de Engelse boerenorganisatie NFU is hij portefeuillehouder 'Food and Farming'. Maar eerlijkheid gebiedt hem ook te zeggen dat de gevolgen van de brexit op het inkomen van boeren en tuinders in Engeland op dit moment moeilijk meetbaar zijn. En ze worden mogelijk vertekend door de coronacrisis.

Dat betekent niet dat er geen zorgen zijn. Integendeel. 'Voor boeren zal de brexit meer een langetermijnimpact hebben', stelt Hambling.

De grootste zorgen voor de boeren zitten in het ontbreken van financiële zekerheid voor de toekomst, nu er geen ondersteuning meer komt uit Europa. 'Het nieuwe landbouwondersteuningskader is nog niet helemaal duidelijk', zegt Hambling. 'Dat kan leiden tot een verlaging van de directe betalingen. We zijn op zoek naar effectieve steunmaatregelen voor duurzame landbouw en agrarisch landschapsbeheer, waarmee we positieve milieuresultaten koppelen aan landbouw en voedsel.'

Vertrouwen is cruciaal als we winstgevend willen blijven

Minette Batters, voorzitter Engelse boerenorganisatie NFU

De zorgen over de toekomst blijken ook uit de vertrouwensindex die de NFU bijhoudt, vergelijkbaar met de Agro Vertrouwensindex in Nederland. Uit de meting die op 31 maart is gepresenteerd, blijkt dat het vertrouwen op korte en middellange termijn onder Britse boeren voor het derde jaar op rij negatief is.


Prijsstijgingen

Een van de belangrijkste zorgen van de respondenten van de NFU-enquête was de geleidelijke afschaffing van directe betalingen. 78 procent zegt te denken dat dit negatieve gevolgen zal hebben op het bedrijf. Andere punten die de toekomstverwachtingen temperen, zijn mogelijke prijsstijgingen van brandstof, energie, kunstmest en voer en de wijzigingen in wet- en regelgeving door de brexit.

Uit het onderzoek blijkt ook dat 44 procent van de boeren en telers is geraakt door de coronapandemie. Bij tuinbouwbedrijven gaat het om 73 procent.

De NFU stelt dat vertrouwen van cruciaal belang is voor alle bedrijven, omdat het de productie, investeringen en groei-intenties beïnvloedt. Het zal daarom een bredere impact hebben op zowel de economische bijdrage van de landbouw als de voedselproductie.


Teken aan de wand

NFU-voorzitter Minette Batters vindt het gebrek aan vertrouwen een teken aan de wand. 'Het feit dat zowel het vertrouwen op de korte als de middellange termijn negatief is gebleven sinds 2018, zegt veel over de onzekerheid en uitdagingen waarmee boeren nog steeds worden geconfronteerd. Landbouw is een zaak voor de lange termijn. Vertrouwen in onze bedrijven is cruciaal als we productief en winstgevend willen blijven en de drijvende kracht achter duurzame, klimaatvriendelijke voedselproductie.'


Minette Batters, voorzitter van de Britse land- en tuinbouworganisatie NFU.
Minette Batters, voorzitter van de Britse land- en tuinbouworganisatie NFU. © NFU

Batters roept daarom vooral de politiek op om beleid te maken waarmee de boeren en tuinders vooruit kunnen. Boeren moeten weten dat de regering hen steunt en wil investeren in het platteland van Groot-Brittannië, stelt ze.


'We moeten weten dat de regering eraan werkt om stedelijke en landelijke gebieden op een hoger niveau te brengen en problemen op te lossen, zoals plattelandsplanning en plattelandscriminaliteit', vervolgt Batters. 'Investeringen in het platteland helpen vertrouwen op te bouwen en meer kansen te bieden aan agrarische bedrijven.'


Extra papierwerk

Een ander punt van zorg van de Britten is het toegenomen papierwerk dat nodig is voor export. Deze administratieve druk hindert de export van Europa naar Groot-Brittannië en vice versa. Dit blijkt ook uit onderzoek van de Netherlands British Chamber of Commerce (NBCC). Daarbij lijkt de rompslomp in het Groot Brittannië groter dan in Europa.

Negentig dagen na de brexit blijkt dat bijna twee derde van zowel de Nederlandse als de Britse bedrijven hogere kosten, een lagere omzet, meer bureaucratie of aanzienlijke vertragingen heeft, meldt NBCC. Het gaat dan om alle vormen van export.


Sinds de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie (EU) en het Verenigd Koninkrijk (VK) op 1 januari van kracht werd, vindt 63 procent van de ondervraagden het moeilijker om zaken te doen tussen het VK en Nederland.

Van de ondervraagden schrijft 71 procent (Nederland: 70 procent, VK: 72 procent) dit toe aan hogere kosten en lagere marges, terwijl 40 procent van de bedrijven hun omzet heeft zien dalen als een direct gevolg van de brexit. Naast de hogere kosten hebben bedrijven veel last van bureaucratie. Dit raakt de 84 procent van de Britse bedrijven en 54 procent van de Nederlandse.


'Help getroffen bedrijven'

De NBCC roept zowel de Britse als de Nederlandse overheid op om bedrijven die al hard zijn getroffen door covid-19 zoveel mogelijk te helpen. Bijvoorbeeld via meer digitalisering en vereenvoudiging van grensformaliteiten.

Hoewel exporteurs van sierteeltproducten nu al hinder ondervinden van toegenomen administratieve druk, verwacht de NBCC dat de totale impact voor de agrarische sector nog groter wordt.


De Britse overheid besloot in maart de aanscherping van fytosanitaire regels bij import uit te stellen tot begin 2022. De volledige veterinaire en fytosanitaire gevolgen van de brexit zullen pas op 1 oktober 2021 en 1 januari 2022 voor de agrifoodexport zichtbaar worden. Vanaf die datums worden stapsgewijs meer inspecties uitgevoerd.


Exporteurs voelen zich benadeeld

Britse voedselexporteurs geven aan grote hinder te ervaren en voelen zich benadeeld, zegt Batters. ‘Sinds 1 januari worstelt de Britse agrifoodsector met de extra kosten en lasten die het exporteren van goederen naar de EU nu met zich meebrengt.’

Het is daarom frustrerend dat de regering niet op een vergelijkbare manier omgaat met de behandeling van invoer die vanuit de EU naar Groot-Brittannië komt, zegt Batters. ‘We moeten dringend het verbod op de export van pootaardappelen uit het VK aanpakken.’

Ook moet er volgens Batters meer worden gedaan om de lasten voor exporteurs naar de EU aan te pakken. ‘Waaronder de digitalisering van verouderde papiervereisten voor gezondheids- en biologische certificaten en het stroomlijnen van fysieke en administratieve controles aan de grens.’


Gebrek aan seizoensarbeiders bedreigt oogstwerk

Engelse telers dreigen met miljoenen narcissen te blijven zitten. Er zijn simpelweg te weinig mensen om ze te plukken. De campagne ‘Pick for Britain’ om Britten voor dit werk te interesseren, heeft amper effect gehad. Zo’n 11 procent van de plukkers is Brits. Migranten zijn nodig voor het seizoenswerk, maar het vrije verkeer van personen tussen de Europese Unie en Groot-Brittannië is sinds de brexit niet langer toegestaan. Ook zijn er reisbeperkingen door corona. Het gebrek aan seizoensarbeiders baart de hele land- en tuinbouw in het Verenigd Koninkrijk zorgen. De Britse overheid heeft een regeling getroffen met de Europese Unie waardoor 30.0000 Oost-Europese arbeidskrachten welkom zijn. Het is de vraag of dat genoeg is. 'De sierteelt valt niet onder die regeling en bloementelers hebben het daarom moeilijk', zegt Philip Hambling van de NFU. 'Het is nog te vroeg om iets over groenten en fruit te zeggen. Het piekseizoen van de oogst start in mei/juni. Dan is het grootste deel van het seizoenspersoneel nodig. In totaal schatten we dat er jaarlijks ongeveer 60.000 seizoensarbeiders nodig zijn.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer