Insecten en beplanting openbaar groen helpen landbouw

Dit is de kern van het nieuwe initiatief 'Landbouw en openbaar groen', dat onlangs in het buitengebied van de Brabantse gemeente Steenbergen is gelanceerd. Het initiatief komt voort uit Groene Cirkels. Dit is een samenwerking van diverse stakeholders, zoals bedrijven, overheden en kennisinstellingen in een regio, om elkaar te versterken en versneld te verduurzamen.

Het idee is om in een gebied tussen de suikerfabriek Dinteloord en de stadskern Steenbergen openbare percelen te voorzien van nieuwe beplanting. Deze trekt insecten aan die ziekten en plagen in de gewassen op naastgelegen akkers bestrijden. Op deze manier wordt de inzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen geminimaliseerd.

Groene perzikluis

'Neem het suikerbietengewas. Dat wordt geteisterd door de groene perzikluis', zegt Pieter Brooijmans, manager agrarische dienst van Cosun Beet Company en geestelijk vader van het initiatief. 'Lieveheersbeestjes eten die luizen op. Je hebt dus planten, bomen en struiken nodig waarin die insecten kunnen huizen. Of planten die de perzikluis weglokken. Daar kun je de talrijke openbare stukken grond voor gebruiken waar nu veelal gras op staat. Mooie bijkomstigheid is dat de gevarieerde begroeiing het landschap ook nog eens een stuk fraaier maakt.'

Allerlei partijen die grond bezitten in het plangebied, hebben het initiatief omarmd. Zoals agrariërs, waterschap, ZLTO, provincie Noord-Brabant en Rijkswaterstaat. Zij worden ondersteund door experts van de kennisinstellingen Universiteit van Amsterdam, Wageningen University & Research en Naturalis.

Duurzamere teeltmethoden

Wethouder Willy Knop (Volkspartij) van gemeente Steenbergen is enthousiast over het initiatief: 'Agrarisch ondernemers zijn een van de belangrijkste werkgevers in onze gemeente. We willen dan ook dat boeren goed kunnen boeren. Veel van hen zoeken naar duurzamere teeltmethoden, zeg maar naar landbouw 2.0. De gemeente ondersteunt hen daarin, ziet het belang van innovaties en helpt deze mogelijk te maken.'

De betrokken partijen onderzoeken nog waar de beste kansen liggen, waarna ze per deelgebied aan de slag gaan. Brooijmans: 'Ik verwacht dat we deze zomer de eerste resultaten kunnen laten zien. Uiteindelijk willen we een plan maken dat we over enkele jaren in heel Nederland kunnen uitrollen. Dat zou prachtig zijn.'