Natuurmonumenten wil partnerschap met RFC uitbouwen

Dat schrijft directeur Marc van den Tweel van Nauurmonumenten in een brief aan leden van FrieslandCampina.

Eerder deze maand hadden vertegenwoordigers van Natuurmonumenten en het bestuur van FrieslandCampina een gesprek over deze samenwerking, die bij een deel van de achterban van de zuivelorganisatie niet altijd even goed valt.

Artikel in Trouw

Zo was er vorige maand veel wrevel over een artikel in Trouw over gewasbeschermingsmiddelen in Drenthe.

Trouw citeerde uit een onderzoek van Natuurmonumenten waaruit zou blijken dat bestrijdingsmiddelen uit de landbouw diep doordringen in natuurgebieden. Het dagblad trok niet de juiste conclusies uit het onderzoek, maar desalniettemin zette het artikel veel kwaad bloed bij een groep leden-melkveehouders. Zij vinden dat de natuurorganisatie de melkveehouderij in een kwaad daglicht stelt.

Wantrouwen en zorg

Ook op het interne Melkweb van FrieslandCampina heersen er wantrouwen en zorg over de samenwerking tussen beide organisaties, zeker bij bedrijven die zelf negatieve ervaringen hebben gehad met Natuurmonumenten.

Door het gesprek met Natuurmonumenten hebben beide organisaties elkaars werelden beter leren kennen. Volgens FrieslandCampina had het gesprek dan ook al veel eerder gevoerd moeten worden.

'We hebben beide onderstreept dat we het niet altijd overal over eens hoeven te zijn, zolang we ons maar netjes over elkaar uitlaten in de buitenwereld en constructief blijven samenwerken waar we elkaar kunnen versterken. Die afspraak hebben we opnieuw bekrachtigd', aldus FrieslandCampina.

PlanetProof

In zijn brief aan de leden van FrieslandCampina toont Van den Tweel zich positief over het keurmerk On the way to PlanetProof. 'We willen graag dat het een succes wordt. In ons tijdschrift Puur Natuur, dat elk kwartaal bij zo'n 700.000 huishoudens op de deurmat valt, hebben we Campina-zuivel met het On the way to PlanetProof-keurmerk al meermaals en uitgebreid in de etalage gezet. Dat doen we ook in onze andere media, waarmee we een groot bereik hebben in de samenleving', aldus de directeur van Nauurmonumenten.

Van den Tweel streeft naar een gezonde, concurrentiekrachtige Nederlandse landbouwsector waar gezinsbedrijven een goede boterham kunnen verdienen met oog voor en herstel van natuur en landschap, gesteund door consumenten, maatschappelijke organisaties en overheden die dat niet frustreren, maar er juist aan bijdragen.

Trots

'Juist om die reden ben ik er zo trots op dat wij dit partnerschap niet zijn aangegaan met bij wijze van spreken een 'biologisch-dynamische nichespeler voor de bovenkant van de markt', maar met de grootste zuivelcoöperatie van het land.'

Het moet volgens Van den Tweel mogelijk zijn om het partnerschap tussen FrieslandCampina en Natuurmonumenten uit te bouwen tot een samenwerking waarin het vertrouwen groeit, boerenlandnatuur weer toeneemt en waarin Natuurmonumenten helpt om melk te verkopen aan steeds meer consumenten.

Spannende randjes

Tegelijkertijd is de directeur van Natuurmonumenten zich ervan bewust dat de samenwerking altijd spannende randjes zal houden. 'We blijven ons publiekelijk uitspreken over de staat van de natuur en de kwaliteit van onze leefomgeving', schrijft hij aan de leden-melkveehouders van FrieslandCampina.

'Uiteraard mag u erop vertrouwen dat we u niet via de media zullen overvallen met opvattingen over de melkveehouderij of graslandgebruik. Maar als er pesticiden in onze natuurgebieden worden aangetroffen die daar niet thuishoren, dan constateren we dat en roepen op om er samen meer onderzoek naar te doen. Mijn intentie daarbij is oprecht om onderwerpen zo te benoemen dat we samen verder komen. Onze opstelling is nooit bedoeld als diskwalificatie van de sector. En als het zo wel overkomt, kijken we daarnaar en leren wij ook hoe zaken in de toekomst beter kunnen.'