Komkommerkweker blijft positief

Rino en echtgenote Ellie Kaljouw startten hun bedrijf in het Zeeuwse Sint-Annaland in 1990. Kaljouws vader had een klein boerenbedrijf tussen Oost-Souburg en Middelburg. Hij werkte bij komkommerteler In 't Anker in Veere, toen aan de Oudelandseweg bij Sint-Annaland een 8.500 vierkante meter groot complex van een tomatenteler te koop stond. Gaandeweg breidden ze de kwekerij uit tot 6 hectare.

Het echtpaar kocht in 2017 ook een voormalige aardbeienkas aan van 2,5 hectare, om daar een nieuw kassencomplex op te bouwen. Met zo'n tien vaste medewerkers en in het seizoen enkele tientallen inhuurkrachten, produceren ze nu zo'n 15 miljoen komkommers per jaar.

Meegaan met trend

Kaljouw merkt dat komkommers steeds meer een plaats krijgen op het menu van de consument. 'Het past in de trend van gezondere voeding, met veel groenten.' Komkommer bevat, behalve water, onder meer bètacaroteen, kalium en vitamine B en C.

'In onze nieuwe kwekerij aan de Oostweg startten we gelijk met hogedraadteelt. De afgelopen twee jaar hebben we die methode ook in onze vestiging aan de Oudelandseweg toegepast. Inmiddels zijn we hier weer teruggegaan naar lagedraadteelt', zegt Kaljouw.

Komkommerbontvirus

'Deze kas is te laag voor hogedraadteelt en het komkommerbontvirus is teruggekomen. Dat is een hardnekkig probleem, ook bij collega-telers. Als je het virus hebt ontdekt, is het met lagedraadteelt makkelijker om een nieuwe teelt op te starten. We zijn een aantal jaren vrij geweest. Daarnaast kost hogedraadteelt twee keer zoveel arbeid en dat is de laatste jaren veel duurder geworden', legt de kweker uit.

Voordeel van hogedraadteelt is wel de ongeveer 20 procent hogere opbrengst per plant. Maar de ziektelast en extra arbeidsuren wegen daar niet tegenop, stelt Kaljouw. 'Aan de lage draad produceer je een wat betere komkommer. Ook is het wat gemakkelijker om planmatig te werken. We hebben nu over een langere periode een stabiele productie en een mooie komkommer. Binnen de hoofdsortering is het dan makkelijker om seizoenscontracten af te spreken.'

Eerste besmettingen gesignaleerd

De eerste besmettingen met het komkommerbontvirus zijn alweer gesignaleerd. 'We werken met meer resistente rassen, maar die zijn nog niet sterk genoeg, zo vroeg in het seizoen. De laatste nieuwe (derde) teelt van komkommerplanten vangt begin juli aan. We vervangen dan de substraatmat, ontsmetten de druppelbevloeiing en er komt een nieuwe laag plastic over de teeltgoot', laat Kaljouw weten.

'De besmetting komt wel terug, maar we proberen dat zo lang mogelijk uit te stellen.' Elk jaar in november vindt in de kwekerij een grote schoonmaak plaats. Half december worden de eerste nieuwe komkommerplantjes aangeplant, die rustig kunnen groeien bij het langzaam toenemende licht. Dit jaar kon Kaljouw op 30 januari de eerste nieuwe komkommers oogsten. 'De tweede teelt hebben we begin april aangeplant.'

Biologische bestrijdingsmethoden

Het bedrijf werkt zoveel mogelijk met biologische bestrijdingsmethoden, zoals roofmijten, galwespen en sluipwespen. De consument wil dat volgens Kaljouw graag. En het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen probeert hij te beperken. 'Ik houd die middelen wel achter de hand. Beter tijdig een rondje spuiten, dan later meerdere keren extra moeten spuiten. Het mooie stabiele weer geeft ook minder ziektedruk.'

De komkommers gaan via een exporteur in het Westland naar voornamelijk Duitsland en Groot-Brittannië. De Aldi in Duitsland is een belangrijke afnemer. Door het mooie weer en het vele zonlicht kwam de productie dit jaar al goed op gang. 'Het is ideaal groeiweer, ook voor tomaten en paprika's', beaamt de kweker.

De afzet kreeg nog een boost door het massale hamsteren bij het uitbreken van de coronacrisis. Maar een hogere productie betekent ook slechtere prijzen, plus een flinke tik door het grotendeels wegvallen van de horeca en cruisevakanties. Met het barbecueseizoen in aantocht en de versoepelingen ziet het er weer gunstiger uit. 'Al met al merken wij dat we aan de goede kant zitten qua afzetmarkten', besluit Kaljouw, die de zaken graag positief bekijkt.

Warmtekracht

Verder is het in Kaljouws ogen de kunst om zo duurzaam mogelijk een zo goed mogelijk product te leveren. Kwekerij Kaljouw produceert zelf warmte en elektriciteit via een warmtekrachtcentrale. Deze generator op aardgas wekt 2.000 kilowatt stroom per uur op, die wordt geleverd aan het elektriciteitsnet.

De restwarmte gaat naar de kassen en de uitlaatgassen worden door een katalysator geleid, waarna ze kunnen bijdragen aan de CO2-behoefte in de kassen. Warmte van overdag kan worden gebufferd in een 1.700 kubieke meter grote buffertank en 's nachts worden benut.