Anthos mist steun overheid bij marktontwikkeling

Dit meldde Anthos-voorzitter Henk Westerhof deze week tijdens de Eindejaarbijeenkomst van zijn organisatie. De veelheid en complexiteit van zaken die betrekking hebben op marktontwikkeling vragen volgens hem om meer capaciteit en de beschikbaarheid van specialistische kennis om het bedrijfsleven in de tuinbouwsector beter te kunnen faciliteren.

Anthos zet zelf zwaar in op het gebied van markttoegang. De organisatie investeert jaarlijks ruim 1,5 miljoen euro in internationale fytosanitaire programma’s. Daarnaast voert Anthos namens het bedrijfsleven in de bloembollen- en boomkwekerijsector voortdurend overleg met de NVWA en het ministerie over markttoegangsvraagstukken. Doel is om met derde landen afspraken te maken die voor ketenpartijen praktisch en economisch haalbaar zijn.

Zonder resultaat

Westerhof wijst erop dat Anthos de roep om meer kennis en capaciteit samen met andere handelskoepels in de tuinbouwsector al vaker heeft laten horen. Maar tot dusver zonder resultaat. De voorzitter van Anthos vraagt zich openlijk af of de overheid wel voldoende oog heeft voor de belangen van de export en haar vizier niet teveel richt op de primaire productie in relatie tot de circulaire landbouw.

In het licht daarvan waarschuwt hij ervoor dat door het strenge Nederlandse middelenbeleid de ziektedruk in verschillende gewassen is toegenomen. ‘Dat brengt met zich mee dat fytosanitaire garanties richting afzetmarkten soms onvoldoende waargemaakt kunnen worden, wat weer leidt tot grote risico’s voor het bedrijfsleven en een dreigend verlies van afzetmarkten.’

Uitspraak Timmermans

Westerhof kan weinig respect opbrengen voor de uitspraak van EU-commissaris Timmermans die recentelijk de vraag stelde of Nederland nog wel de ambitie moet hebben om zo’n grote exporteur van agrarische producten te zijn. ‘Zo’n houding verdient de handel in sierteeltproducten absoluut niet. Zeker als men beseft dat deze sector na machines en metaal met 5,5 miljard euro op de derde plaats staat van winstgevende exportproducten.’

Aansluitend spreekt Westerhof zich uit voor een meer zelfstandige positie voor de National Plant Protection Organization (NPPO), die onderdeel uitmaakt van de NVWA. Het biedt volgens hem de brancheorganisaties de mogelijkheid om menskracht bij de NPPO onder te brengen. Op basis van private financiering kan deze een publieke functie voor de betreffende sector vervullen met als doel meer capaciteit inzetten op het gebied van markttoegang.