Geen steun voor terugdraaien Brabants veehouderijbeleid

Dat bleek vrijdagavond na een lange Statenvergadering over het bestuursakkoord van de nieuwe coalitie in Provinciale Staten van Noord-Brabant. Alle moties over de landbouwparagraaf sneuvelden. Zowel PVV als FvD eiste dat de ingezette, versnelde doorvoering van milieueisen zou worden teruggedraaid. Deze maatregelen zijn volgens beide partijen voor veel boeren 'onhaalbaar en onrealistisch'.

Nuancering

Voor de stemming nuanceerde de PVV de motie 'Terugdraaien versnelling transitie veehouderij'. De partij vroeg de voorzitter '2028', de datum dat boeren volgens de oorspronkelijke afspraak aan de strengere emissie-eisen binnen de transitie veehouderij moesten voldoen, te wijzigen in 'een nader te bepalen realistisch tijdpad voor de boeren'. FvD stelde zelfs voor de maatregelen uit te stellen tot 2030, zoals in Limburg het geval is. Het mocht niet baten.

• Lees ook: FvD en PVV richten vizier op Brabants college

Ook het voorstel van PVV om Brabantse kalverhouders tot 1 januari 2024 de tijd te geven voor het indienen van een vergunbare aanvraag haalde het niet. Een van de argumenten om hiervoor te pleitten, was dat kalverhouders bij het tegengaan van ammoniakuitstoot op dit moment maar één erkend systeem voorhanden hebben, de chemische luchtwasser.

Wel kregen FvD en PVV onder andere steun van CDA-Statenlid Tanja van de Ven, de partij die deelneemt aan de nieuwe coalitie. In haar stemverklaring liet Van de Ven weten dat ze naast politica boerin is. 'Ik sta achter het bestuursakkoord, maar niet achter het veehouderijbeleid uit 2017.'