Bijna 90 procent Vlaamse bedrijven IBR-vrij

Nieuws Melkvee Pieter Stokkermans 17 mei 2019 om 13:16uur

Het percentage Vlaamse bedrijven met de Infectieuze Bovine Rhinotracheïtis (IBR) vrij status steeg vorig jaar fors. Terwijl op 1 januari 2018 twee derde van de bedrijven deze status had, was op 31 december van dat jaar 88 procent IBR-vrij.

Bijna+90+procent+Vlaamse+bedrijven+IBR%2Dvrij

Dat blijkt uit het activiteitenverslag van de Diergezondheidszorg Vlaanderen (DGZ), dat de Vlaamse veestapel monitort. Omdat België naar de hoogste IBR-vrij status wil, de artikel-10 status, zet het land volop in op IBR-bestrijding. Zo moesten alle niet IBR-vrije bedrijven voor 1 juli 2018 hun volledige veestapel middels bloedtesten screenen om de resterende IBR-dragers in kaart te brengen.

Daarop konden ondernemers besluiten deze dragers te ruimen. Ook werden per 27 april aan niet IBR-vrije bedrijven beperkende maatregelen opgelegd als het gaat om de verkoop van vee. Verder moeten alle bedrijven die runderen aankopen deze nu laten onderzoeken op IBR. Op 31 december 2018 waren nog 185 Vlaamse IBR-dragers in leven, blijkt uit de monitoring.

Bijna BVD-vrij

Bij de bestrijding van Bovine Virus Diarree (BVD) worden eveneens forse slagen gemaakt. Net als bij IBR werkt België alweer enkele jaren met een bestrijdingsprogramma tegen BVD. Na onderzoek eind 2018 bleek dat 87,5 procent van de runderen in Vlaanderen virusvrij was en 12,4 procent vrij door afstamming.

Deze laatste dieren kregen een BVD-vrij kalf en zijn om die reden ook officieel BVD-vrij. In 2018 werden in het Nederlandstalig deel van België 454 dieren geboren die drager bleken van dit virus. Dit is minder dan 0,09 procent van alle geboortes dat jaar.

Paratuberculose

Verder zijn vierduizend Vlaamse bedrijven actief met paratuberculosebestrijding. Dat programma wordt uitgevoerd in opdracht van de Belgische zuivelsector en helpt ondernemers gerichte maatregelen te nemen om het risico op ziektekiemen zo laag mogelijk te houden.

Daarbij worden de bedrijven ingedeeld in drie categorieën. De A-categorie betekent een laag risico op aanwezigheid van ziektekiemen in de melk. B en C staan voor respectievelijk een matig en hoog risico. Eind 2018 bleek dat 91 procent van de Vlaamse bedrijven in de A-categorie zat.

Melkcontrole

Bedrijven met de A-status moeten iedere twee jaar worden gescreend, de overige ondernemingen jaarlijks. Die screening kan nadat bloed- of melkmonsters door de dierenarts zijn genomen. Een andere optie is screening via de melkcontrole van CRV.

De onderzoekers van het DGZ benadrukken dat paratuberculose nog steeds een economisch belangrijke ziekte is, die verschillende bedrijven treft. Een goede hygiëne draagt bij aan het niet verder verspreiden van de ziekte binnen het bedrijf.