Landbouw moet milieuwinst sterker claimen

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) publiceerde deze week het rapport ‘Tien jaar energie en klimaat in agrosectoren’. De RVO.nl evalueert in de studie in hoeverre de agrarische sector eerder gemaakte afspraken met het ministerie van LNV waarmaakt.

De conclusies liegen er niet om. RVO.nl stelt dat de land- en tuinbouw de meeste doelen die voor het jaar 2020 zijn gesteld al lang haalt en een cruciale rol speelt bij hernieuwbare energieproductie. De helft van het budget van de SDE+ sinds 2009, is gerealiseerd met betrokkenheid van de agrosector.

De sector zet grote stappen in het energieneutraal maken van agrarische productie. Inmiddels voorziet de sector - exclusief glastuinbouw - in 80 procent van zijn energiebehoefte. Tel je de glastuinbouw mee, dan is de sector zelfs nettoproducent.

Een onophoudelijke stroom negativiteit komt op de veehouderij en plantaardige sectoren af, waar het gaat om de emissie van broeikasgassen als methaan, lachgas en koolstofdioxide. Op deze terreinen is echter een indrukwekkende winst geboekt.

Da carbon footprint van melk daalde sinds 1990 met 32 procent, varkensvlees met 35 procent, pluimveevlees met 46 procent, kippeneieren met 38 procent, kalfsvlees met 50 procent en suiker met 41 procent. De glastuinbouw gebruikt inmiddels 59 procent minder primaire brandstof en reduceert 5,6 megaton CO2-equivalenten.

Stuk voor stuk pluimen op de hoed van boeren en tuinders. Het bevreemdt daarom ook dat qua beeldvorming de land- en tuinbouw eerder wrijfpaal is dan witte raaf.

Schreeuw die milieuwinst van de daken, zou ik zeggen. Als je jezelf niet verkoopt, moet je niet verwachten dat een ander dat voor je doet. Van zondebok naar emissiekampioen.