Wilde zwijnen Olland 'uitgezet'

Vijf wilde zwijnen waren in september 2016 gesignaleerd bij een maisperceel in Olland. Hoetink, relatiebeheerder bij ZLTO en contactpersoon van ZLTO Dommelland, werd snel op de hoogte gebracht. 'Tijdens het hakselen van het maisperceel is er gepost door jagers en die hebben er twee geschoten', vertelt Hoetink. 'Maar toen bleef het stil. Laten we zeggen dat het animo van de jagers om actief te jagen minder werd.'

Hoetink stelt dat de wilde zwijnen in Olland zijn uitgezet. 'Deze zwijnen zouden anders een afstand van 30 kilometer afgelegd moeten hebben vanaf het Leenderbos of de Stippelberg. Fysiek kunnen ze dit gemakkelijk aan. Maar dan hadden ze wel snelwegen, een stad en een kanaal moeten passeren, zonder gezien te worden. Dat geloof ik niet.'

Ander gedrag

Daarnaast vertoonden de zwijnen heel ander gedrag dan hun 'echt' wilde soortgenoten, merkt Hoetink op. 'De dieren waren tot op 5 meter te benaderen en waren totaal niet bang voor honden. Als gepassioneerd jager heb ik vaak wilde zwijnen gezien. Maar zoiets heb ik nog nooit meegemaakt.'

Samen met Marcel Aarts, bestuurder bij ZLTO Dommelland, en agrarisch ondernemer Jan van Hoof trad Hoetink in contact met de plaatselijke jagers en vervolgens met Brabants Landschap. 'Brabants Landschap heeft goed gehandeld en heeft snel de schadebestrijding mogelijk gemaakt. Sinds de kerst is er weer op de zwijnen gejaagd. Deze week is dus het laatste exemplaar afgemeld bij de FBE.'

Overleg

Hoetink prijst de samenwerking tussen de verschillende partijen. 'Dan hebben we het over ZLTO Dommelland, Brabants Landschap, de FBE, een aantal praktische jagers en wij als ZLTO. Ik pleit er ook voor dat ZLTO-afdelingen minimaal één keer per jaar overleggen met de wildbeheereenheid in hun gebied. Dan kun je snel schakelen bij dit soort problemen.'

Daarnaast blijft het belangrijk dat boeren alle schades van in het wild levende dieren blijven melden, hoe groot of klein deze schades ook zijn. 'Op die manier kan een goed dossier worden opgebouwd. Dit is essentieel voor de onderbouwing van de nulstand in het geval van wilde zwijnen, maar ook voor een praktische benadering van dassen- en ganzenschade.'