Voederwaarde zomerkuil doet flinke stap terug

De afgelopen jaren steeg het VEM-gehalte van de zomerkuilen telkens, dit jaar doet het gehalte een flinke stap terug. 'De zomerkuilen van 2016 hebben echt een ander karakter dan de zomerkuilen van de laatste jaren', stelt Robin Wolf, productmanager veehouderij bij Eurofins Agro.

'De laatste jaren waren we gewend aan zomerkuilen met steeds hogere VEM-gehaltes, nu is het beduidend lager.' Tegenover de zomerkuilen staan voorjaarskuilen met overwegend wel hoge VEM-gehalten. 'Met 959 VEM gemiddeld zelfs een record', aldus Wolf.

Hij schetst dat in de praktijk de voorjaars- en zomerkuilen goed te combineren zullen zijn.

Gras groeide snel

Het gras groeide dit jaar op veel plaatsen extreem snel, wat ten koste gaat van de inhoudsstoffen. Uit de cijfers van Eurofins blijkt dat het gemiddeld ruw eiwitgehalte op 138 gram per kilo droge stof ligt bij een drogestofgehalte van 44,5 procent. In 2015 was dit 155 gram per kilo en 51,4 procent.

Het aandeel celwanden in de zomerkuil is met 514 gram per kilo droge stof hoog, terwijl de celwandverteerbaarheid met 68,7 procent aan de lage kant is. De verteringscoëfficiënt van de totale organische stof komt uit op 74,4 procent. De laatste jaren lag dat boven de 76 procent.

Minder suiker

De gehaltes melkzuur en azijnzuur zijn met respectievelijk 38 en 14 gram per kilo aan de hoge kant. Het suikergehalte daarentegen is met 77 gram per kilo droge stof een stuk lager dan gemiddeld.

Anders dan vaak gedacht, hoeft een laag suikergehalte niet automatisch te betekenen dat het kuilvoer minder smakelijk is voor de koeien. Melkzuur is namelijk een smakelijk zuur, aldus Wolf.