Kalverplan kwestie van weken

De LTO-vakgroepen Melkveehouderij en Vleeskalverhouderij presenteerden vorige week het plan van aanpak ‘Vitaal, gezond en duurzaam kalf’, samen met Vee & Logistiek Nederland, Stichting Brancheorganisatie Kalversector (SBK) en de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO). Dit moet kalveren vitaler en gezonder maken, zodat ze makkelijker het minimumgewicht halen. De handelaar speelt daarbij een cruciale rol.
Deze week antwoordde staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken op Kamervragen van de Tweede Kamerleden Tjeerd van Dekken (PdvA) en Marianne Thieme (Partij voor de Dieren) dat wekelijks op alle verzamelcentra tweehonderd kalveren worden afgevoerd naar de slacht of direct worden geëuthanaseerd, omdat ze te licht van gewicht zijn. Dit komt volgens Van Dam neer op 1 procent van alle aangevoerde kalveren.
De staatssecretaris noemt het doden van te lichte, gezonde jonge dieren maatschappelijk onacceptabel en vindt het belangrijk dat de dieren een nuttige bestemming krijgen.
De bewindsman kijkt daarbij naar het plan van aanpak, dat uitgaat van een optimale zorg voor het kalf. Het plan beslaat de gehele periode van dracht tot de inzet als melkkoe of voor de rundvleesproductie. Datzelfde geldt voor vleeskalveren, totdat die worden aangeboden voor de slacht. ‘Het is goed dat de sectoren hierbij hun gezamenlijke verantwoordelijkheid nemen met een integraal plan van aanpak.’
Binnenkort komt Van Dam met een reactie. Dan geeft hij ook aan of aanvullende maatregelen nodig zijn.

Belangrijke rol handelaar

Toon van Hoof, portefeuillehouder Diergezondheid bij LTO Nederland en nauw betrokken bij het plan van aanpak, betreurt eveneens euthanasie van te lichte kalveren. ‘Het betekent in de praktijk dat een kalf is aangevoerd dat niet zwaar genoeg is. Zo’n kalf had wat langer bij de melkveehouder moeten blijven. Hier ligt een cruciale rol voor de veehandelaar. Hij moet beoordelen of een kalf moet worden opgehaald of niet.’
Volgens Van Hoof is het zorgen voor een vitaal en gezond kalf een kwestie van bewustwording. ‘In het zuivelkwaliteitssysteem zijn al eisen voor jongvee opgenomen, die de gezondheid en het welzijn van het kalf hooghouden. Maar ook het feit dat het jongvee wordt meegenomen in het bedrijfsgezondheidsplan en het bedrijfsbehandelplan maakt dat melkveehouders het goed opfokken beter tussen de oren krijgen.’
Het project ‘Kennisdeling’ moet melkveehouders hierbij ondersteunen. In het kader van dat project komt er een aantal bijeenkomsten waar onderwerpen zoals kalveropfok en biestkwaliteit aan de orde komen.

Kalfvolgsysteem

De organisaties werken aan een kalfvolgsysteem. ‘Voor de veehandelaar betekent dit dat hij meer moet bijhouden. Het langetermijndoel is dat de handelaar en de melkveehouder kunnen zien hoe de kalveren het bij de mester en aan de slachthaak doen’, zegt Van Hoof.
‘Bij andere projecten hebben we gezien dat dit kwaliteitsverhogend werkt. Het kan de melkveehouder stimuleren om beter voor zijn kalveren te zorgen. Hierdoor blijven ze gezond en vitaal en gewenst door de vleeskalverhouder.’
Voor kalveren die ondanks de goede zorgen te licht blijven, moeten de sector en de Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit (NVWA) de puntjes op de i zetten. ‘Naar schatting is het een kwestie van weken, voordat we hiervoor een oplossing hebben.’