Groei Drentse lelieteelt vergt openheid

Sybe Joostema‘Bollentelers zijn druk met het creëren van meer maatschappelijk draagvlak’, zegt secretaris Dirk Osinga van de kring Noord- en Oost-Nederland van de KAVB. ‘Ze moeten aan omwonenden vertellen wat ze doen als telers. Er is hun ook veel aan gelegen gewasbeschermingsmiddelen te beperken en de bodemcultuur te verrijken.’
Ina Warmelts van het Team Economie van provincie Drenthe vindt dat de sector daar goed aan doet. ‘Wij vliegen dat op drie manieren aan. Vanuit mijn post op Economische Zaken bieden wij subsidie voor innovatieve ontwikkelingen die het terugdringen van middelen bevorderen. Wij zijn als provincie Drenthe ons in dat kader zeker ook bewust van de natuurwaarden van de provincie, zoals de Drentse Aa’, licht zij toe.

Intermediair

‘Daarnaast is er een intermediair, Peter Bennema, aangesteld om de communicatie tussen kritische organisaties als Bollenboos en de telers te verbeteren. We zien namelijk wel de economische waarde van de sector.’
Bennema bevestigt dat. ‘Een van de zaken die we hebben gerealiseerd, is dat de bollensector en Bollenboos met elkaar in gesprek zijn gekomen. Dat werkt verhelderend.’
Osinga constateert net als Warmelts dat de sector van economisch belang is voor Drenthe. De lelieteelt maakt, vaak in combinatie met de tulpenteelt, al een paar jaar een behoorlijke opgang mee.
‘Dat is prettig, maar nog geen reden om achterover te leunen. Als je bedenkt dat er 100.000 hectare Veenkoloniale grond ligt en de bollenteelt daar slechts 1.000 hectare van benut, dan ligt daar nog wat ruimte en tegelijkertijd de taak om het maatschappelijk verantwoord aan te pakken.’
Er is een indicatie dat de bollenteelt in Drenthe zo’n 900 arbeidsplaatsen oplevert, afgespiegeld aan een landelijk onderzoek waarbij wordt gesuggereerd dat het totaal van 23.000 hectare bollengrond goed zou zijn voor 17.000 banen. Dat zou Osinga uitgezocht willen hebben. ‘Het zou kunnen kloppen en is een mooi aantal. Het zegt wel iets over de impact van de teelt voor de provincie. Maar het is nog een aanname.’
Lelies gedijen goed op de zandgrond in Drenthe. Om die reden huren ondernemers uit Noord-Holland en de Noordoostpolder er ook grond. De meeste lelietelers komen echter uit Drenthe.
Midden-Drenthe is de gemeente, waar in Nederland de meeste lelies worden geteeld. Een van de telers in deze gemeente is Martin Hilberts uit Beilen, die ook in het bestuur zit van de kring Noord- en Oost-Nederland van de KAVB. Hij was deze week druk met het rooien van lelies en het planten van tulpen.

Omslag

Waar het de transparantie van de telers en de acceptatie van de burgers aangaat, constateert Hilberts dat er onder de burgers een omslag heeft plaatsgevonden. ‘Als telers beseffen wij de noodzaak om goed te vertellen wat we doen en waarom we iets doen. Die transparantie wordt gewaardeerd, merk ik van de omwonenden.’
Volgens Hilberts was er veel verzet, maar ook veel onbekendheid over de sector. ‘Onbekend maakt onbemind. Nu burgers er in mijn omgeving meer over weten, hebben ze de lelieteelt geaccepteerd. Ze zijn er positiever over. In Midden-Drenthe weten mensen niet beter, maar daarbuiten is het nodig om het goed uit te leggen.’
Het maatschappelijk draagvlak beïnvloeden gaat in Drenthe steeds beter, constateert Osinga. Er is over de hele breedte meer oog voor inspanningen van telers. Ook helpen onafhankelijke onderzoeken, zoals van het RIVM, naar de uitstoot en de gevaren van bollenteelt.
‘De sector is daar content mee, want als wij dat vanuit de organisatie zelf zouden doen, komt dat minder geloofwaardig over’, zegt Osinga.
Het RIVM-rapport moet in 2018 klaar zijn. Als de burger dan toch nog twijfelt, dan is er nog altijd het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Bij die instantie is alle informatie via internet toegankelijk.

Afrikaantjes

Daarnaast werken lelietelers aan de verbetering van de bodemstructuur door afrikaantjes als tussenteelt te kiezen. ‘Dat wordt gewaardeerd.’