Global GAP beziet microbiologie

Nieuws 07 nov 2015 om 12:00uur

De nieuwe versie van Global GAP besteedt vooral aandacht aan microbiologische risico’s in plantaardige teelten. Dat bleek dinsdag bij de presentatie van Global GAP versie 5 in Nederland, die bij Fruitmasters in Geldermalsen plaatsvond.

Joost van WinsenDe primaire sector is zich niet genoeg bewust van deze risico’s, zegt Paul Bol, voorzitter van het Technisch Comité Plantaardige productie van Global GAP. ‘Telers overzien de problematiek in de keten vaak niet. Dat is geen kwade opzet.’ Het gaat dan om de productie van onbewerkte groente en fruit.
Het watergebruik op teeltbedrijven krijgt eveneens meer aandacht in de nieuwe Global GAP-regels. Ook hier spelen de microbiologische risico’s een rol, maar wordt ook gekeken naar het duurzaam gebruik van water.
Bol wijst erop dat water heel verschillend wordt gebruikt op het agrarische bedrijf. ‘In de substraatteelt is druppelwater bijvoorbeeld geen gevaar, maar datzelfde water is bij bespuitingen wel risicovol.’
Global GAP is in 2011, net na de EHEC-crisis, gestart met het samenstellen van de nieuwe wereldwijde productieregels. Ze zijn sinds 1 juli 2015 toepasbaar.
Over de Nederlandse interpretatie van de regels werd vrijdag gedebatteerd in het zogeheten harmonisatie-overleg. Het is de verwachting dat de nieuwe regels van Global GAP voor Nederland halverwege november bekend zijn. Deelnemende teeltbedrijven moeten vanaf 1 juli 2016 aan de nieuwe voorwaarden voldoen.

Hectares

In Nederland is zo’n 7.000 hectare aardappelteelt Global GAP gecertificeerd. Uien en graan zijn goed voor ieder ongeveer 1.500 hectare, terwijl Global GAP speelt bij de teelt van peren op zo’n 800 hectare en van appels op grofweg 700 hectare. De verreweg grootste Global GAP-teelt onder glas is die van tomaten.
Albert Wielink, manager Kwaliteit bij The Greenery, waarschuwt dat de administratieve last van Global GAP niet te groot moet worden.
‘De standaard bevat ruim tweehonderd richtlijnen waarvan het overgrote deel goed is uit te leggen aan de Nederlandse teler.’ Er staan volgens hem echter ook eisen in die moeilijk zijn te verklaren.
Als voorbeeld noemt hij de maandelijkse verplichte opname van de voorraad meststoffen. Daarnaast moet de teler bij elke bespuiting de weersomstandigheden opschrijven. ‘Als de teler gewasbeschermingsmiddelen inzet met droog weer, maar Weeronline geeft voor die dag 50 procent kans op regen aan, dan heeft hij de auditor weer wat uit te leggen’, aldus Wielink.