Bedrijfswaterplan voor bedrijfsopvolger

De Heen - Akkerbouwers Nico en Carine van Nieuwenhuijzen uit het Brabantse De Heen beregenen uit oppervlaktewater. Maar om hun dochter Ghislaine de mogelijkheid te bieden later grondwater te onttrekken, lieten ze bij ZLTO een bedrijfswaterplan opstellen.

Douwe KortingNico, Carine en Ghislaine van Nieuwenhuijzen vormen een maatschap. Ze verbouwen op zo’n 100 hectare consumptieaardappelen, uien, witlofwortelen en tarwe. Beregenen doen ze uit oppervlaktewater, ongehinderd door onttrekkingsverboden.
Toch knaagt het. Periodes van droogte en zware regenval wisselen elkaar steeds sneller af, het Volkerak wordt wellicht zout en Ghislaine wil misschien pootgoed telen. ‘Dan moet je over schoon grondwater kunnen beschikken en wil je dus gebruikmaken van het flexibele beregeningsbeleid. Dan is een bedrijfswaterplan nodig en daarvoor zijn we hier’, legt Nico van Nieuwenhuijzen uit.
ZLTO-adviseur Michael van der Schoot is met zeventig bedrijfswaterplannen inmiddels gepokt en gemazeld in het opstellen ervan. Hij vertelt over het verruimde beregeningsbeleid in grote delen van Noord-Brabant en waarom in smalle of brede zones rond natte natuurgebieden het oude vergunningenbeleid nog geldt.
‘In deze gebieden is het vergunningensysteem omgezet in een melding en kunnen nieuwe putten worden geslagen. Voor grasland geldt daarnaast nog als voordeel dat het uren- en voorjaarsverbod vervalt’, vertelt hij wijzend op een kaartje.
Een voorwaarde om te profiteren van deze flexibiliteit, is dat een boer of tuinder aantoonbaar zuinig omspringt met water. ‘Dat kan door water vast te houden of er minder van te gebruiken’, duidt de adviseur. ‘En hoe je dat doet, leg je vast in een bedrijfswaterplan dat je aanbiedt aan het waterschap.’
In de vrijgestelde gebieden is zo’n plan vanaf 2018 voor iedereen die uit grondwater beregent verplicht, maar wie er nu een laat opstellen kan er direct van profiteren.
‘Hoeveel maatregelen moet je treffen?’, vraagt Carine van Nieuwenhuijzen. De ZLTO-adviseur toont haar en haar man vijftien maatregelen. ‘In de kleipolders moet een ondernemer minimaal één maatregel hebben gerealiseerd, op het zand twee.’
Wat volgt is een opsomming van mogelijke maatregelen. ‘Water vasthouden met een eigen stuw?’, stelt Van der Schoot voor. ‘Nee, we zitten in het putje van de polder’, roept het ondernemersechtpaar in koor. ‘Een sloot dempen?’ ‘Dat is bij ons al in geen veertig jaar meer gebeurd’, antwoordt Van Nieuwenhuijzen.
‘Het afsluiten van een duiker dan?’, vraagt de adviseur. ‘Ja, dat doen we. We zetten een plank voor een duiker, zodat we uit de sloot kunnen beregenen.’ Op een digitaal kaartje vinkt Van der Schoot de bewuste duiker aan. Het eerste punt is binnen.
Aan peilgestuurde drainage zijn de ondernemers nog niet begonnen. ‘Maar als we de duiker dichtzetten met een plank, werken de drains wel infiltrerend’, duidt Carine van Nieuwenhuijzen de situatie op hun akker. Een punt scoren doet deze ‘dubbelslag’ niet, maar Van der Schoot meldt het toch in het plan.
De akkerbouwers blijken op vier punten te scoren. Behalve de plank voor de duiker vangen ze het zuivere hemelwater van hun woon- en bedrijfsgebouwen op in een vijver, werken ze aan het op peil houden van het organische stofgehalte en hebben ze een computergestuurde haspel. Het bedrijfswaterplan is klaar. ‘Nu op zoek naar een gecertificeerd bedrijf dat een put kan slaan’, besluit Nico van Nieuwenhuijzen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer