‘Onze tulp heeft een positief imago’

‘Bij het openstellen van het bedrijf merk je dat de bezoekers positief zijn over de sector, terwijl uit de media soms het tegendeel blijkt. Daar kunnen we over klagen, maar we kunnen ook actief aan de slag gaan om juist positief in het nieuws te komen. Als het nu gaat over tulpen, koeien in de wei of fruit. In de agrarische sector gebeuren zo veel mooie dingen, dat moeten we laten zien.’
De tulp is een populaire bloem. De vraag naar bollen groeit nog steeds. ‘Het is een product dat wereldwijd waardering krijgt en altijd aan Nederland wordt gelieerd. Activiteiten in het buitenland worden eigenlijk ook altijd door onze landgenoten opgepakt of begeleid. Een Nederlands feestje dus.’
Volgens Van Bentem is het voor de sector zaak om de kwaliteit van het product hoog te houden. Voornaamste aandachtspunt is het buiten de deur houden van quarantaine ziekten. ‘Willen we de export intact houden, dan vormen grondgebonden ziektes een bedreiging. Het gezond houden van de bodem kan alleen door minder intensief te telen, anders komen exportproducten als bollen en bloemen op de tocht te staan.’

Groenten voor bollen

De bloembollenteler voelt zich geprezen met de locatie in de Noordoostpolder. Zijn opa had een gemengd bedrijf in de Haarlemmermeer. De koeien gingen op een gegeven moment weg. Bij het verhandelen ruilde grootvader Van Bentem groenten voor bollen. Zo is de teelt in het bedrijf gegroeid en uiteindelijk werd de focus volledig op bloembollen gericht.
Door uitbreiding van Hoofddorp besloot de familie in 1999 het bedrijf elders voort te zetten. Dat werd Marknesse. ‘Door de ruimte en mogelijkheden om grond met veehouders en akkerbouwers te ruilen of te huren is dit een uitstekende plek. Het biedt ons de kans om vrij extensief te telen.’
Het bollenbedrijf hanteert nettenteelt op de niet zeefbare zware gronden. ‘Hierdoor krijg je beschikking over extra mogelijkheden voor verse grond en dat blijkt in de concentratiegebieden een probleem. De grondgebonden werkwijze zorgt daar voor een te grote druk op de bodem.’
Van Bentem Bluefields verbouwt ongeveer 130 hectare bollen, waarvan 50 hectare eigen tulpenteelt en 40 hectare voor derden. ‘Onze focus ligt op de teelt van broeitulpen, het leveren van halfproducten dus. De actieradius van de tulp wordt steeds groter. De exportcirkel breidt nog steeds uit omdat het geconditioneerd vervoer beter wordt. Zelfs de bloemproductie kunnen we vanuit Nederland beleveren. Vanuit dat oogpunt wordt fytosanitair steeds belangrijker.’
De teler merkt dat de vraag naar grotere uniforme partijen toeneemt. ‘Samen met bloemenbroeiers en afnemers zoekers we naar de juiste kleurenmix. De contacten in die driehoek worden steeds intensiever.’ Groot voordeel van de constructie is de doorlooptijd. ‘De bloemen gaan niet meer naar de veiling, maar direct naar de winkel. De kwaliteit blijft zo beter gewaarborgd.’
Een minder intensieve teelt is de belangrijkste uitdaging in de toekomst. ‘Kunnen we wat doen met het middelengebruik? Dat is ook belangrijk als je kijkt naar de vraag hoe ons bedrijf in de omgeving staat en hoe de buurt naar ons kijkt. Middelengebruik is een belangrijk thema voor draagvlak. Wij proberen met minimale bestrijding een gezond product te telen.’

Goede balans

Het is in het belang van het bedrijf om dat op een goede manier aan omwonenden uit te leggen, vindt Van Bentem. Bovendien is een afname van middelen ook een financiële kwestie. ‘Onze zoektocht is gericht op een goede balans tussen fytosanitair en economisch. Zo weinig mogelijk chemie, maar genoeg mogelijkheden voor een gezond product.’
De ondernemer werkt voor zijn bollenkraam samen met zo’n twintig akkerbouwers en veehouders in de omgeving. ‘Inzet is het opbouwen van een langdurige relatie om jaarlijks een vaste hoeveelheid grond te kunnen huren en ruilen. De meeste akkerbouwers hanteren een bouwplan van een-op-zes en daar willen wij een vast onderdeel van worden.’ Ook met veehouders zijn goede afspraken gemaakt. ‘Wij huren grond en nemen mest af. Zo versterk je elkaar.’
Met zes collega-telers uit de omgeving werkt Van Bentem samen in een kwekersvereniging. ‘Een zoektocht naar gerichte afzet en gezamenlijke promotie. Veredelingscombinaties bouwen aan een voorsprong door een onderscheidend assortiment.’ Ook het Tulpen Onderzoeks Fonds (TOF) juicht de teler toe. ‘De tulp heeft een positief imago, maar onze sector moet er hard aan trekken om dat zo te houden.’